Hoewel de geneeskunde enorme stappen voorwaarts maakt, is het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorg een urgente noodzaak. Want vaker dan gewenst wordt geen optimale patiëntenzorg geleverd. Bij ongeveer 40% van de patiënten is er sprake van te veel, te weinig of verkeerde zorg en een op de tien in het ziekenhuis opgenomen patiënten loopt schade op waarvan de helft te voorkomen is.
Optimale zorg is effectief, doelmatig, patiëntgericht, veilig en moreel verantwoord. Bij het verbeteren van de zorg op al deze terreinen staat de kwaliteitscyclus centraal, met in de eerste fase de definiëring van kwaliteit (de gewenste norm), gevolgd door de diagnostiek: op welke punten en waarom is de zorg niet zoals gewenst? In deze diagnostische fase zijn meetmethodieken zoals indicatoren voor probleemidentificatie en kwalitatieve probleemanalyses noodzakelijk. In de behandelfase staat de verbetering van suboptimale kwaliteit centraal. De verbeterstrategie kan zich richten op het micro-, meso- en macroniveau van de gezondheidszorgpiramide.
Naast het uitvoeren van systeeminterventies is voor het bereiken van optimale zorg ook nodig dat zorgverleners zelf in staat zijn kwalitatief hoogstaande zorg te leveren. Hiertoe dienen zij nieuwe competenties te ontwikkelen, zoals reflecteren op het eigen handelen en verantwoording kunnen en willen afleggen over de geboden kwaliteit van zorg.