Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

10 Diuretica en middelen bij aandoeningen aan de nieren en urinewegen

Auteurs : Drs. IJ.D. Jüngen, Dr. M.J. Tervoort

Gepubliceerd in: Toegepaste geneesmiddelenkennis

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De productie van urine bestaat uit drie stappen: ultrafiltratie, terugresorptie en excretie. Het proces van de ultrafiltratie vindt plaats vanuit de glomerulus, waarbij het ultrafiltraat in het kapsel van Bowman komt. De terugresorptie- en excretieprocessen vinden plaats in de rest van het nefron, voor een deel onder invloed van een aantal hormonen. Per etmaal wordt er in totaal 180 liter ultrafiltraat gevormd. Omdat de urineproductie bij een inname van ongeveer 2 liter slechts ongeveer 1,5 liter bedraagt, wordt er dus ongeveer 178,5 liter teruggeresorbeerd (ongeveer 99%). De terugresorptie is als volgt over het nefron verdeeld (zie figuur 10.1): ongeveer 65 procent in de proximale tubulus, 20 procent in de lis van Henle en 15 procent in de distale tubulus en verzamelbuis. Deze percentages kunnen onder verschillende omstandigheden (zoals dehydratie) aanzienlijk variëren.
Metagegevens
Titel
10 Diuretica en middelen bij aandoeningen aan de nieren en urinewegen
Auteurs
Drs. IJ.D. Jüngen
Dr. M.J. Tervoort
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7948-4_10