De inspanningen van werkers in de gezondheidszorg zijn voor een groot deel gericht op het voorkomen en genezen van een scala van aandoeningen. Hoewel het doel van therapeutische en preventieve interventies over het algemeen duidelijk is, is lang niet altijd zeker of dit doel ook daadwerkelijk wordt bereikt. Bovendien zal men graag willen weten of het doel dankzij dan wel ondanks de ingestelde interventie is bereikt. Het betreft hier een bijzonder geval van de vraag naar oorzaak en gevolg die in hoofdstuk 6 al uitvoerig aan de orde was. Dit hoofdstuk gaat over onderzoek naar het effect van interventies die in het kader van de gezondheidszorg in de ruimste zin van het woord worden georganiseerd. Dergelijke interventies zijn in feite gerichte pogingen om het ontstaan van een aandoening te voorkomen of het verloop van de aandoening in gunstige zin te beïnvloeden. Een interventie grijpt dus aan op een of meer causale etiologische of prognostische factoren (zie paragraaf 1.2) en kan betrekking hebben op een voorziening, een leefregel, een medicamenteuze behandeling, een chirurgische ingreep, een vorm van psychotherapie of gezondheidsvoorlichting.