Het algemene begrip bewustzijn heeft een heel brede betekenis. Die term doelt op de subjectieve beleving van ons lichaam en van onze omgeving, van onze sensaties, gedachten, intenties en emoties, en van onze acties. En op ons vermogen om gedachten en oordelen te vormen over onze subjectieve belevingen, zelfbewustzijn. Door de combinatie van al deze functies hebben we een voorstelling van ons lichaam en van de buitenwereld, kunnen we gedachten formuleren en beoordelen, en kunnen we doelgericht handelen. Al deze aspecten tezamen worden wel de inhoud van het bewustzijn genoemd. De term bewustzijn kan ook een veel smallere betekenis hebben: de mate van alertheid of wakker zijn van een persoon. Dit wordt wel het niveau van het bewustzijn genoemd. Als we zeggen dat iemand bij bewustzijn is, dan bedoelen we dat hij wakker is en alert, los van wat er in hem omgaat, de inhoud van zijn bewustzijn. En als een patiënt niet wakker is en alert, dan heeft hij een gedaald bewustzijn, wat kan variëren van ‘ongeconcentreerd’, via ‘slaperig’ en ‘moeilijk wekbaar’ tot ‘onwekbaar’ of ‘bewusteloos’. Over deze smalle betekenis van het bewustzijn gaat dit hoofdstuk.