In de gezondheidszorg is constant behoefte om bij patiënten allerlei variabelen te inventariseren: pijn, ervaren beperkingen, koorts, spierkracht, vaardigheden, spraakvermogen, bewegingsuitslag en dergelijke. In veel gevallen gebeurt dit op grond van klinische ervaring. Het heeft echter een sterke meerwaarde als men dit kan objectiveren en kwantificeren. Enerzijds ligt de meerwaarde in de transparantie: men kan het oordeel ‘op basis van ervaring’ ook naar anderen in maat en getal uitdrukken (denk hierbij bijvoorbeeld aan collega’s en andere zorgverleners). Anderzijds ligt de meerwaarde in het objectiveren van ons gevoel ‘op basis van ervaring’. Hopelijk stemt het klinisch ervaringsoordeel overeen met het daadwerkelijk gemeten aspect, maar dit kan ook in meer of mindere mate verschillen. In dat geval kan het gebruik van gestandaardiseerde meetinstrumenten, naast het klinisch oordeel van de zorgverlener, toegevoegde waarde hebben. Overigens is het niet zo dat het gebruik van meetinstrumenten de klinische expertise van een goede anamnese of een functieonderzoek vervangt; het is juist informatief ter aanvulling hierop.