Sinds het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw is het mogelijk algehele anesthesie (narcose) te gebruiken als hulpmiddel bij curatieve tandheelkundige behandeling. Bij de indicatiestelling moeten de voordelen en de nadelen tegen elkaar worden afgewogen. Narcose is de laatste stap in de reeks van de medicamenteuze ondersteuning, het meest ingrijpende hulpmiddel en daarmee het minst toegankelijk. De voordelen zijn vergelijkbaar met de sedatiecriteria: een adequate tandheelkundige behandeling kan worden uitgevoerd bij personen die dat anders nooit zouden toelaten, bijvoorbeeld patiënten met een verstandelijke of motorische beperking. Bovendien is het mogelijk om in één sessie een uitgebreide volledige behandeling te doen die kwalitatief van een hoog niveau kan zijn. Omdat de behandeling zonder pijn gepaard gaat, wordt de verstandhouding tussen de patiënt en de tandarts niet nadelig beïnvloed. Vooral bij personen van zeer jonge leeftijd of met een verstandelijke beperking is dit van belang, omdat zij soms niet in staat zijn onderscheid te maken tussen een pijnlijke ingreep en degene die hem uitvoert.