Bij klachten van geleidelijke visusdaling zal de arts op grond van anamnese en meten van de visus bij jonge mensen kunnen vaststellen of het om een refractieafwijking gaat of om een andere oogaandoening. In het eerste geval kan hij op grond van de diagnostiek vaststellen of de patiënt verwezen kan worden naar de opticien of naar de oogarts.
Bij oudere patiënten zal met een goede anamnese en eenvoudig onderzoek in veel gevallen kunnen worden vastgesteld welke aandoening waarschijnlijk is. Oogdrukmeting en fundoscopie zijn echter nodig om tot een diagnose te komen. Vervolgens zal verder onderzoek nodig zijn om de ernst vast te stellen. Bij verdenking op maculadegeneratie is relatief snelle verwijzing geïndiceerd, omdat dan soms door therapeutische maatregelen erger kan worden voorkomen.
Ook bij bepaalde categorieën patiënten die al bij de oogarts bekend zijn, is alertheid geboden, omdat zij een verhoogd risico lopen op ernstige oogpathologie. Dit zijn de mensen met diabetes, ernstige myopie of hypermetropie en met een cataractoperatie in de voorgeschiedenis.