De etiologie van pijn in het been kan velerlei zijn, zowel vasculair, neurogeen, orthopedisch als infectieus. Dikwijls is er een meer of minder zwaar trauma in het spel. Wat betreft de voorgeschiedenis zijn van belang: risicofactoren voor arteriële respectievelijk veneuze vaataandoeningen, maligniteiten en systeemziekten. Zwaar werk en intensief sporten hangen samen met orthopedische aandoeningen. Als er geen trauma als oorzaak is, richt de diagnostiek van pijn in het been zich op neurologische of vasculaire afwijkingen of aandoeningen van het bewegingsapparaat. Anamnese en lichamelijk onderzoek zijn meestal voldoende voor een waarschijnlijkheidsdiagnose en gericht aanvullend onderzoek. Bij de anamnese zijn lokalisatie van de pijn, tijdsbeloop, beïnvloedende factoren en bijkomende klachten vooral van belang. Het lichamelijk onderzoek richt zich op huid, spieren en gewrichten, bloedvaten en zenuwfunctie. Het is van belang dat de arts gedegen anamnestisch en lichamelijk onderzoek uitvoert om een duidelijk beeld te krijgen van de oorzaak en van de aanwezigheid van eventueel spoedeisende problematiek. Dit is de basis van diagnostiek van pijn in het been, waarna een besluit kan worden genomen over aanvullende diagnostiek zoals bloedonderzoek, waaronder D-dimeer, radiologisch onderzoek of het bepalen van de enkel-armindex. Situaties die met spoed ingrijpen vereisen, zijn neurologische uitval of een caudasyndroom bij een lumboradiculair syndroom, een acute arteriële afsluiting en diepveneuze trombose met longembolie, erysipelas of cellulitis met sepsis. Inzicht in de alarmsignalen hiervoor is cruciaal.