Hulpverleners beschouwden homoseksualiteit decennialang als gestoord gedrag, zonder dat zij oog hadden voor de pathologiserende invloeden van zo'n visie. Evoluerende maatschappelijke denkbeelden en zeden creëerden echter een atmosfeer waarin homoseksualiteit als een normale variatie van de natuur beschouwd werd. Dit artikel bespreekt de uitloper van dit klimaat: het affirmatieve perspectief. Een aantal thema's dat in de desbetreffende literatuur centraal staat, wordt besproken. Eerst bekijken we nader wat dit perspectief inhoudt, vertrekkend vanuit de basisdefinitie van Maylon. Vervolgens nemen we attituden van hulpverleners over homoseksualiteit onder de loep. Een ander centraal thema is de matchingproblematiek, waarbij men tracht na te gaan of gelijkenissen (in casu in seksuele oriëntatie) tussen cliënt en hulpverlener leiden tot een beter therapeutisch resultaat. Ten slotte gaan we in op specifieke opleidingsbehoeften.