De blootstelling van een foetus tijdens de zwangerschap, omdat de moeder zelf rookt of ongewild blootgesteld is aan tabaksrook in haar omgeving, wordt in de internationale literatuur in verband gebracht met een verhoogd risico op zwangerschapsverwikkelingen en met nadelige effecten op de perinatale gezondheid van kinderen.
Uit een bevraging van 2.106 moeders van pasgeboren kinderen in het Vlaamse cohortonderzoek JOnG! blijkt dat 16,6 % en 14,2 % van de kinderen respectievelijk tijdens en na de zwangerschap blootgesteld werden aan tabak, door een moeder die zelf rookte of werd blootgesteld aan tabaksrook in haar omgeving. Bijna de helft van de rokende vrouwen stopte met roken wanneer zij zwanger werden (prevalentie zakt van 22,7 % naar 12,3 %), maar zowel het rookgedrag voor, tijdens als na de zwangerschap is in belangrijke mate bepaald door sociaaleconomische factoren (prevalentie is het hoogst bij sociaaleconomisch zwakkere vrouwen). Bovendien kon aangetoond worden dat baby’s van moeders die tijdens de zwangerschap rookten een significant lager geboortegewicht en een kleinere geboortelengte en hoofdomtrek hadden in vergelijking met kinderen die tijdens de zwangerschap niet aan tabak blootgesteld werden. De hier genoemde cijfers tonen het belang van maatregelen om roken van zwangere vrouwen en in de omgeving van zwangere vrouwen en kinderen te vermijden, met specifieke aandacht voor sociaaleconomisch zwakkere groepen.