Het komt er bij de diagnostiek op aan de minder vaak voorkomende ernstige oorzaken van amenorroe te onderscheiden van de relatief frequente fysiologische en functionele oorzaken met een gunstig spontaan beloop. De levensfase van de vrouw is van belang voor de betekenis die het wegblijven van de menstruatie heeft en kan een aanwijzing geven over de etiologie. Zo moet bij pubers vooral gedacht worden aan het constitutionele uitstel van groei en puberteit en bij vrouwen rond of na het veertigste jaar aan primaire ovariële insufficiëntie. Veelvoorkomende oorzaken van secundaire amenorroe zijn stress, gewichtsverlies en intensief sporten. Bij alle patiënten met secundaire amenorroe moet zwangerschap worden uitgesloten. Een vrij frequente oorzaak is het polycysteus ovariumsyndroom (PCOS). Hierop wijzen fertiliteitsproblemen, overgewicht, acne, hirsutisme en vergrote ovaria (vaginale echo: polycysteuze ovaria). PCOS gaat vaak gepaard met diabetes type 2 en lipidenstoornissen. De arts is meestal in staat om bij vrouwen met de klacht van amenorroe of oligomenorroe de oorzaak vrij snel te achterhalen. Voor het stellen van de diagnose is een stapsgewijze anamnese het belangrijkst. Het lichamelijk onderzoek omvat lichaamslengte, gewicht, bloeddruk, lichaamsbouw, mammaontwikkeling, beharingspatroon, confrontatief gezichtsveldonderzoek, speculumonderzoek en vaginaal toucher. Eenvoudig aanvullend onderzoek geschiedt op indicatie en betreft bloedonderzoek op FSH, LH, oestradiol, androgenen, TSH en eventueel prolactine, een vaginale echo en een progesteronbelastingstest. Meestal kan als anamnese en lichamelijk onderzoek geen clues voor ernstige oorzaken opleveren bij secundaire amenorroe gedurende enige tijd het natuurlijk beloop worden afgewacht. Bij aanwijzingen voor een tumor in het hypothalamus-hypofysegebied worden gericht hormonaal onderzoek, perimetrie en MRI toegepast. Voor de diagnostische evaluatie van alle klinische gegevens tezamen gelden de volgende overwegingen. Als er bij primaire amenorroe geen borstontwikkeling is en het serum FSH is verhoogd, is er waarschijnlijk sprake van dysgenesie van de gonaden en moet er een karyotypering worden verricht. Als op de echo de uterus ontbreekt en het FSH is normaal, is er hoogst waarschijnlijk sprake van mulleriaanse agenesie of is er sprake van ongevoeligheid voor androgenen. Als FSH, de borstontwikkeling en de uterus normaal zijn, moet er gekeken worden naar de meest voorkomende oorzaken van secondaire amenorroe (lengte, gewicht, FSH, TSH, en na verloop van tijd prolactine). In geval van kinderwens vindt verwijzing plaats voor nadere diagnostiek. Verwijzing is eveneens noodzakelijk in geval van langdurige amenorroe, voor nadere diagnostiek en preventie van mogelijke osteoporose of endometriumhyperplasie (onder meer bij PCOS).