Vincent J, Van den Muijsenbergh METC, Lagro-Janssen ALM. Andere tijden, andere zorg? Man-vrouwverschillen in de plaats van overlijden. Huisarts Wet 2007;50(3):96-90.
Achtergond Een onderzoek in 1987 toonde aan dat mannen meer kans hadden om thuis te overlijden dan vrouwen. Vrouwelijke mantelzorg bleek hierbij een belangrijke voorwaarde. In dit onderzoek gaan we na of de mantelzorg door vrouwen en de plaats van overlijden in de afgelopen twintig jaar veranderd zijn.
Methode De onderzoekspopulatie bestond uit alle in de jaren 2000 tot en met 2004 overleden patiënten uit de vier praktijken van de Continue Morbiditeitsregistratie (CMR) van het UMC St Radboud. De volgende data zijn verzameld: geslacht, plaats van overlijden, doodsoorzaak, acuut overleden dan wel na een terminale fase, aanwezigheid van professionele zorg en aanwezigheid van mantelzorg. Ook noteerden wij wie de belangrijkste mantelzorger was.
Resultaten In de onderzoeksperiode overleden 433 personen. Van degenen die thuis overleden, was 55% man en 35% vrouw. Vergeleken met het onderzoek in 1987 is het sekseverschil toegenomen. Mannen met kanker stierven driemaal zo vaak thuis als vrouwen met kanker, ongeacht de leeftijd. Vrouwen overleden vaker in een verpleeg- of verzorgingshuis. De sterfte in het ziekenhuis was met 39% voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk. De mantelzorg is voornamelijk in handen van vrouwen.
Conclusies Mannen overlijden vaker thuis dan vrouwen en dit verschil is de laatste twintig jaar groter geworden. Mantelzorg is nog steeds een vrouwenzaak. De aanwezigheid van een vrouw blijft belangrijk om thuis te kunnen sterven.