Doel Volgens zowel de lekenpers als de vakbladen voor huisartsen bestaat er onder patiënten veel behoefte aan een avondspreekuur. Wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt echter. Dit was voor ons reden om een onderzoek te doen naar de werkelijke behoefte onder patiënten en de mening van de huisartsen over het avondspreekuur.
Methoden Aan 100 aselect gekozen huisartsen en 200 patiënten in Noord-Nederland is in 1998 een vragenlijst opgestuurd. Terminale patiënten werden uitgesloten, evenals patiënten jonger dan 18 jaar.
Resultaten Eenentwintig procent van de patiënten had veel behoefte aan een avondspreekuur, 35% weinig en 45% geen behoefte. De patiënten die geen behoefte hadden, hadden minder vaak werk. Meer dan 80% van de voorstanders van een avondspreekuur konden overdag moeilijk naar de huisarts. Van de huisartsen was 66% niet bereid een avondspreekuur in te stellen. Deze huisartsen hadden significant meer nachtdiensten per week en hadden vaker een niet-werkende partner. Een kwart van de huisartsen was eventueel bereid een avondspreekuur in te stellen. Als overwegingen hierbij werden genoemd: serviceverlening aan de patiënt en een dagdeel vrije tijd als compensatie. Volgens de helft van de voorstanders zouden restricties aan de toegankelijkheid moeten worden verbonden, zoals openstelling voor voltijdwerkers en ver van huis werkende patiënten.
Conclusie Uit een onderzoek verricht in Noord-Nederland blijkt dat het merendeel van de huisartsen een avondspreekuur niet wenselijk vindt. Ook bij het grootste deel van de patiënten bestaat niet veel behoefte aan een avondspreekuur.