Specifieke interventiemogelijkheden verschillen onderling in het beroep dat zij doen op de ander, op cognitief en emotioneel niveau. Iemand die buiten zinnen is, bereik je niet met een opmerking als ‘Denk nu eens na!’ Zowel voor het individu als de groep moet je niet verder verder willen springen dan de polsstok lang is. De laag waarop je insteekt, kan wel eenvoudiger en aansprekender zijn, maar je kunt beter niet te hoog grijpen. Dan krijg je spanning en frustratie. Daarbij zul je interventies die bepaalde cliënten overvragen, selectief op anderen uit de groep toepassen. Soms zul je iemand uit de groep moeten halen, om een conflict te doorbreken of de betreffende persoon beter te kunnen bereiken. Maar hoe doe je dat? De begeleidersrol gaat verder dan die van je bewonersgroep, je hebt bijvoorbeeld ook te maken met bezoek en ander verkeer. Ook daarmee moet je dealen. Tot slot zorg je voor afleiding en bezigheid, we zullen zien dat ook daarin eenvoud loont. De mogelijkheden zijn divers, onderhoudend en betekenisvol.