Oosterhuis WP, Boonman-de Winter LJM, Frericks A, Kragten JA, Rutten W. Toepassing van N-terminaal pro-BNP bij hartfalen: van NHG-standaard naar praktijk. Huisarts Wet 2009;52(9):.434-8.
Achtergrond De prevalentie van hartfalen stijgt, en bepaling van het gehalte natriuretisch peptide in het bloed is daardoor gangbare diagnostiek geworden. De NHG-Standaard Hartfalen noemt de bepaling van het gehalte BNP of NT-proBNP als belangrijk diagnostisch middel bij een vermoeden van hartfalen.
Doel Wij hebben onderzocht in hoeverre huisartsen de aanbevelingen uit de NHG-standaard opvolgen en welk aanvullend onderzoek zij in het algemeen aanvragen bij hartfalen.
Methode In de database van de Stichting Huisartsen Laboratorium Etten-Leur gingen wij het algemene aanvraaggedrag na van de ongeveer vijfhonderd huisartsen binnen het verzorgingsgebied. Een deel van deze huisartsen stuurden wij een vragenlijst over de patiënten voor wie zij een (NT-pro)BNP-test hadden aangevraagd. Verder gingen wij na in hoeverre de uitslag van de test een rol had gespeeld bij vervolgdiagnostiek, behandeling en verwijzing. Wij bespraken de antwoorden in feedbackbijeenkomsten, waar de deelnemers een aanvullende vragenlijst invulden over aanvraaggedrag en mogelijke leerpunten.
Resultaten Het aantal aangevraagde NT-proBNP-bepalingen steeg van 1182 in 2004 tot 8135 in 2007. Van 35 huisartsen uit 29 praktijken ontvingen wij ingevulde vragenlijsten over 128 patiënten, en 41 huisartsen namen deel aan de feedbackbijeenkomsten. Een minderheid (12%) gebruikte de NT-proBNP-bepaling helemaal niet, 64% gebruikte hem bij een minderheid van de patiënten met vermoeden van hartfalen. Volgens de artsen die de test wél aanvroegen, had de uitslag op de anamnese na de grootste invloed op het verdere beleid. Hun beslissing om de test te gaan gebruiken was met name gegrond op bijscholing, op de NHG-Standaard en op regionale informatie.
Conclusie De meeste huisartsen gebruiken de test wel, maar in erg wisselende mate. Veel huisartsen weten nog niet goed wat ze met de (NT-pro)BNP-bepaling aanmoeten, vooral als de uitslag valt in het grijze gebied tussen duidelijk normaal of sterk afwijkend.