Bruggink SC, Eekhof JAH, Egberts PF, Van Blijswijk SCE, Assendelft WJJ, Gussekloo J. Besmetting met wrattenvirus in gezin en schoolklas. Huisarts Wet 2014;57(3):110–3.
Doel
Om adviezen over de preventie van wratten te onderbouwen onderzochten we bij schoolkinderen de relatie tussen de mate van blootstelling aan het humaan papillomavirus (HPV) en de incidentie van wratten.
Methode
In dit prospectieve cohortonderzoek hebben we de handen en voeten van alle kinderen op drie Nederlandse basisscholen bij een beginmeting en na een jaar onderzocht op aanwezigheid van wratten. De door ouders bij aanvang ingevulde vragenlijsten leverden informatie op over de blootstelling aan HPV, gemeten door de aanwezigheid van pre-existente wratten, wratten bij gezinsleden en gebruik van openbare voorzieningen zoals zwembaden.
Resultaten
Aan de beginmeting deden 1099 kinderen mee (respons 97%), aan de vervolgmeting 1001 kinderen (9% lost to followup). De incidentie van het ontwikkelen van nieuwe wratten was 29 per 100 persoonsjaren (95%-BI 26 tot 32), ongeacht of er preexistente wratten waren. Een gezinslid met wratten (hazardratio (HR) 2,08; 95%-BI 1,52 tot 2,86) en de prevalentie van wratten in de klas (HR 1,20 per 10% toename, 95%-BI 1,03 tot 1,41) bleken onafhankelijke risicofactoren voor het ontwikkelen van wratten.
Conclusie
Blootstelling aan HPV binnen het gezin en de klas vergroot het risico op het krijgen van wratten bij basisschoolkinderen. Preventieve adviezen kunnen zich beter richten op het beperken van HPV-besmetting binnen gezinnen en schoolklassen, dan binnen openbare gelegenheden.