8,5 miljard euro trekt het Rijk uit voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) om corona-achterstanden te bestrijden. Het grootste deel van het geld gaat naar het onderwijs, een klein deel ook naar gemeenten. Zij moeten met een lokale, integrale, meerjarige aanpak komen. Ook voor peuters is er geld beschikbaar gesteld, omdat veel voorschoolse programma's niet doorgingen. Of kinderen liepen ze mis omdat ze in quarantaine zaten. Het kabinet heeft daarvoor € 10,7 miljoen extra beschikbaar gesteld. Kindercentra kunnen subsidie aanvragen voor het organiseren van inhaal- en ondersteunings-programma's. Een schijntje op het totaal natuurlijk, maar het is nog onduidelijk in hoeverre de kinderopvang kan profiteren van de gelden die de gemeenten krijgen 'om in samenwerking met scholen, kinderopvang, (jeugdgezondheids)zorg, bibliotheken en andere partijen activiteiten aan te bieden om de vaardigheden van leerlingen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak aanvullend te stimuleren', zo staat er in het NPO. Er zal bovendien gekeken worden naar 'effectieve interventies om vertragingen bij de jongste kinderen aan te pakken in de kinderopvang en voorschoolse educatie en bij de instroom in het basisonderwijs, zodat kinderen een goede start kunnen maken op de basisschool.'