Bij de heer Veen is de diagnose gesteld toen hij 68 jaar was op basis van leeftijd, geslacht en type pijnklachten. Hoe groot is de kans dat er ook werkelijk sprake is van klinisch belangrijke coronairsclerose? Volgens de gereviseerde NHG-Standaard Stabiele angina pectoris
1kan deze kans worden afgelezen uit de tabel van Diamond en Forrester (
tabel 1). Bij een man tussen de 60 en 69 jaar oud met typische AP-klachten is deze kans 94 procent; gezien de leeftijd van de heer Veen ligt deze waarschijnlijk nog iets hoger. De huisarts was dus behoorlijk zeker van haar zaak toen zij de diagnose stelde en de behandeling startte. Als ze destijds zou hebben gehandeld volgens de herziene standaard, dan had ze vervolgens een rust-ECG aangevraagd; als daarop een oud infarct is te zien of ischemie in rust, dan is de prognose van de heer Veen slechter dan bij een normaal ECG. Bij kenmerken van een oud infarct is bijvoorbeeld de kans groter dat hij in de loop der jaren hartfalen ontwikkelt. De behandeling van de heer Veen bestaat uit acetylsalicylzuur 80 mg tbl 1 dd 1 en isosorbidedinitraat 5 mg tbl zo nodig. Omdat zijn totaalcholesterolgehalte bij herhaling 6,0 mmol/l was, slikt hij tevens een statine.
Tabel 1
Kans (in procenten) op belangrijke coronairsclerose bij hartkatheterisatie of obductie in relatie tot leeftijd, geslacht en aard van de pijn
|
Symptoomloos
|
Aspecifieke thoracale pijn
|
AtypischeAP
|
TypischeAP
|
Leeftijd
|
man
|
vrouw
|
man
|
vrouw
|
man
|
vrouw
|
man
|
vrouw
|
30-39
|
2
|
0,3
|
5
|
0,8
|
22
|
4
|
70
|
26
|
40-49
|
6
|
1
|
14
|
3
|
46
|
13
|
87
|
55
|
50-59
|
10
|
3
|
22
|
8
|
59
|
32
|
92
|
79
|
60-69
|
12
|
8
|
28
|
19
|
67
|
54
|
94
|
91
|
…