Gezonde mensen zijn vaak niet bewust bezig met hun eigen blaassensaties. In een normale situatie kan men door middel van introspectie inschatten of de blaas vol of leeg is en bepalen hoe sterk de mate van aandrang is. De mictie kan zonder problemen worden uitgesteld tot het moment waarop het plassen ons uitkomt. Dit gezonde blaasgedrag is alleen mogelijk door een complexe samenwerking tussen verschillende delen van ons lichaam: afferente zenuwen in de lagere urinewegen, het ruggenmerg, het mictiecentrum, de thalamus, de hypothalamus en de cortex. Wanneer het fout gaat, ergens in deze signaalverwerking, kunnen stoornissen optreden in de controle over de lagere urinewegen. Een veelvoorkomende stoornis is het overactieve blaassyndroom, waarvan de etiologie nog niet volledig is opgehelderd. Kenmerken van dit syndroom zijn pathologische aandrang of urgentie en een hoge mictiefrequentie. Betreffende de urgentie is er een discussie gaande over de vraag of dit daadwerkelijk een pathologisch gevoel is dat niet gegradeerd kan worden, of dat het een gevoel is dat wel gegradeerd kan worden en in hogere gradering pathologisch wordt. In het laatste geval zou het gevoel gerelateerd zijn aan urge en kan het gevoel dus ook worden ervaren door mensen zonder plasklachten.
1 Alvorens de etiologie van pathologische condities, zoals het overactieve blaassyndroom, volledig te kunnen ontrafelen, moeten we eerst weten wat normale blaassensaties zijn, hoe deze worden beschreven en hoe ze zich ontwikkelen. Dit artikel beschrijft wat we tot nu toe weten over normale blaassensaties. …