Volkstammen wetenschappers van allerlei origine houden zich momenteel bezig met de vraag waar het primaat van de zorg ligt: bij de familie, bij grotere informele netwerken (buurten, dorpen) of bij formele maatschappelijke verbanden en alles wat daar tussen zit. We vinden daarover noties terug zowel bij een bioloog als Frans de Waal als bij een politicologe als Selma Sevenhuijsen. Onlangs voegde Deirde Beneken genaamd Kolmer (verder afgekort met: Beneken) zich in deze kring van debatterende onderzoekers. Niet zonder reden, want het laatste woord en de laatste theorie over deze prangende vraag is ons nog niet gegeven. Daarvoor wisselen de sociale en culturele decors te veelvuldig en te snel. Om maar een paar voorbeelden te geven: demografische verschuivingen, wisselende verhoudingen tussen arbeid en zorg, genderverschillen, economische ontwikkelingen op mondiaal en lokaal niveau en politieke debatten over individuele en maatschappelijke verantwoordelijkheden en autonomie buitelen over elkaar heen. Een extra stem in dit koor van zorgwetenschappers is een welkome toevoeging.