Huisartsen zien binnen hun werkgebied routinematig ruim tweehonderd frequente symptomen en klachten en stellen rond vierhonderd veelvoorkomende diagnosen.1 Buikpijnklachten, gelokaliseerd en gegeneraliseerd, staan als start van een zorgepisode op de vierde plaats in frequentie van alle nieuwe klachten waarmee patiënten de huisarts bezoeken (54 maal per duizend patiënten per jaar). Deze bijdrage met gegevens uit het Transitieproject 2 (1995 tot en met 2008, gemiddeld zestienduizend patiënten per jaar ingeschreven) beschrijft hoe vaak de klacht voorkomt en welke diagnosen de huisarts stelt bij patiënten met buikpijn. Alle visites, consulten en telefonische consulten zijn geregistreerd en vervolgens gecodeerd met de ICPC. De gegevens zijn vastgelegd in een zorgepisode. Zorgepisoden zijn gezondheidsproblemen vanaf het moment dat de patiënt deze voor het eerst aan de huisarts aanbiedt tot en met het laatste contact vanwege dat probleem. In de overzichten wordt een onderscheid gemaakt tussen gegeneraliseerde en gelokaliseerde buikpijn.
Figuur 1
Gegeneraliseerde buikpijn per leeftijdsgroep, reden voor komst en einddiagnose per 1000 patiënten per jaar (n = 4.774).