Marion is een 28-jarige vrouw die eind 2003 een tbs krijgt opgelegd vanwege een poging tot brandstichting. Haar zus doet aangifte. Er zijn geen eerdere veroordelingen geweest, maar Marion heeft wel eerder brand gesticht. In 1996 sticht zij voor het eerst brand en zij merkt dat dit haar spanningen vermindert; ze wordt er rustig en zelfs vrolijk van. Er is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis; deze wordt in 2000 vastgesteld gedurende een behandeling in een psychotherapeutische gemeenschap. Marion verbetert niet tijdens deze opname en breekt de behandeling tegen advies in af. In die periode is er sprake van ernstige automutilatie en suïcidaliteit. Er zijn diverse suïcidepogingen en rond 2002 neemt Marion een grote hoeveelheid pillen in. Daaropvolgend wordt Marion opgenomen. Na vijf maanden wordt de klinische behandeling afgerond met de boodschap: ‘We kunnen niets meer doen.’ De aangeboden poliklinische behandeling kon door Marion niet worden gevolgd omdat zij toen reeds was opgepakt.