Ieder mens heeft bepaalde gedachten, verwachtingen en ideeën over de wereld om ons heen. Het geheel van deze denkwereld noemen we cognities. Ziektecognities zijn iemands waarnemingen en interpretaties over alles wat met gezondheid en ziekte te maken heeft. Men kan daarbij denken aan verwachtingen over symptomen (‘deze pijn zal vast niet ernstig zijn’), maar ook aan veronderstellingen en opvattingen over oorzaken, gevolgen en preventie van aandoeningen (‘broccoli helpt kanker voorkomen’). Deze (ziekte)cognities bepalen in sterke mate hoe iemand met gezondheidsproblemen omgaat, waardoor ze van grote invloed kunnen zijn op een eventueel verder ziektebeloop en behandeling. Zo zijn het onze ziektecognities die mede bepalen dat we ons ergens veel zorgen over maken en hulp zoeken, bijvoorbeeld door naar een arts te gaan. Cognities bepalen ook de maatregelen die men neemt bij een klacht, bijvoorbeeld rust nemen of juist doorgaan, afhankelijk van cognities zoals ‘niet overbelasten’ of ‘rust roest’. Cognities kunnen dan ook een mogelijke verklaring bieden voor individuele verschillen tussen patiënten in het omgaan met klachten en aandoeningen.