Ziekte en medische behandeling gaan vaak gepaard met spanningen en onzekerheid – niet alleen bij de patiënt, maar ook bij diens directe sociale omgeving, zoals partner en gezinsleden. De confrontatie met ziekte of de dreiging ziek te worden doet een beroep op het aanpassingsvermogen van de betrokkene en kan ingrijpende gevolgen hebben voor diens kwaliteit van leven. Hoe ingrijpend dit is, hangt in de eerste plaats af van de ernst van de situatie. Griep zal in de regel als aanzienlijk minder ingrijpend worden ervaren dan een risicovolle operatie. De wijze waarop mensen op een medisch probleem reageren, heeft behalve met de objectieve ernst ook en vooral te maken met de betekenis die het probleem op dat moment voor de betreffende persoon heeft. Wat de één als extreem bedreigend en belastend ervaart, is voor de ander juist weinig stressvol en een gegeven waar goed mee te leven valt. In de (medische) psychologie worden dergelijke verschillen in reactiewijze op ziekte en medische behandeling beschouwd vanuit het perspectief van adaptatie of ‘coping’. In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de betekenis van coping voor de medische praktijk, hoe het gemeten wordt en welke mogelijkheden voor interventies er zijn.