Wanrooij BS, Koelewijn M. De aanpak van het delier in de palliatieve fase. Huisarts Wet 2005;48(7):362-7.
Een delier komt veel voor bij patiënten in de palliatieve fase van een ernstige ziekte. Het ontstaat in korte tijd en is gekenmerkt door bewustzijnsstoornissen, angst en verwardheid. Soms uit een delier zich als een toestand van ernstige onrust, soms als een beeld waarbij de patiënt juist heel stil en apathisch is. Zowel voor de patiënt als de naasten is dit een zeer belastende situatie waarbij een goede aanpak nodig is. De levensverwachting speelt een belangrijke rol bij beslissingen ten aanzien van diagnostiek en mogelijkheden van behandeling. Bij ongeveer de helft van de patiënten kan het delier verminderen of verdwijnen door onderliggende oorzaken zoals infecties of geneesmiddelenintoxicatie te behandelen. Bij de medicamenteuze behandeling is haloperidol het middel van eerste keus. Niet-medicamenteuze maatregelen zijn gericht op het creëren van een rustige en voor de patiënt herkenbare omgeving. Als een ernstig delier in de laatste dagen van het leven optreedt, is sedatie vaak de enige mogelijkheid om de patiënt waardig te laten sterven. Het is essentieel naasten uitgebreid te informeren over de ontstaanswijze van het delier en hen te betrekken bij de aanpak hiervan.