De apotheekhoudende huisarts is in Nederland nog springlevend: in 2009 is ruim 7% van de huisartsenpraktijken apotheekhoudend. Meer dan een miljoen mensen is voor hun medicijnvoorziening aangewezen op de apotheek van de eigen huisarts. Bij het voorschrijven en afleveren van medicijnen is het een groot voordeel dat de praktijkassistente en de huisarts de patiënt kennen. Dat houdt de lijnen kort. Patiënten waarderen de service van de doktersapotheek ‘om de hoek’. De lage kosten maken de apotheekhoudende huisartsenpraktijk aantrekkelijk voor zorgverzekeraars en beleidsmakers.
De apotheekhoudende huisarts is niet alleen huisarts, maar geeft ook leiding aan een bedrijf met de daarbij behorende extra ruimten voor het bewaren, bereiden en verstrekken van medicijnen, met deskundig personeel en een geschikte administratie. Dit stelt eisen aan de opleiding en het onderhouden van de benodigde kennis en vaardigheden. De huisarts draagt immers niet alleen de medische maar ook de volledige farmaceutische eindverantwoordelijkheid.
Aan de apotheekvoering worden in toenemende mate kwaliteitseisen gesteld. Het is een uitdaging aan die eisen en alle bijkomende verwachtingen te voldoen. Beroepsverenigingen zijn hierbij behulpzaam, zoals de LHV, de verenigingen van apotheekhoudenden (de Apotheekhoudende Huisartsen Coöperatie AHC, de Stichting Apotheekhoudende Huisartsen SAH/SOFA, de Stichting Apotheekhoudende Huisartsen ‘Fryslân’), farmaceutische groothandels en de VvAA (een ledenorganisatie van en voor professionals in de gezondheidszorg).
Een goedgeorganiseerde apotheekhoudende huisartsenpraktijk is afwisselend, levert veel voldoening en een extra inkomen op.