De door de vena portae gedraineerde viscera (darm, maag, milt en pancreas) zijn bekend om hun hoge eiwitmetabolisme en energieverbruik. Deze organen dragen dan ook meer bij aan de behoefte van verschillende voedingsstoffen dan op basis van hun gewicht mag worden verondersteld. Doordat de darm als eerste in contact komt met de voeding, kan een hoog verbruik van voedingsstoffen door de darm, een lage systemische beschikbaarheid veroorzaken. In dit artikel bespreken we het energieverbruik van de door de vena portae gedraineerde viscera, welke voedingsbestanddelen daarvoor verbruikt worden, het aminozuurverbruik van de darm onder normale condities, de aanpassing daarop ingeval van een eiwitbeperkt dieet en het hergebruik van aminozuren door de darm. Onze conclusies uit onderzoeken bij continu gevoede biggen zijn de volgende:
1.
het energieverbruik van de door de vena portae gedraineerde viscera is driemaal zo hoog dan mag worden verwacht op basis van hun gewicht;
2.
aminozuren, en in mindere mate glucose, zijn de voornaamste brandstof;
3.
65% van de eiwitinname wordt door de darm verbruikt en komt dus niet systemisch beschikbaar;
4.
tijdens eiwitbeperking wordt 81% van de eiwitinname verbruikt door de door de vena portae gedraineerde viscera, terwijl aminozuren dan nauwelijks meer dienen als brandstof;
5.
hergebruik van door de darm geproduceerde glycoproteïnen vormt een belangrijke bijdrage aan de totale systemische beschikbaarheid van aminozuren, zodat uiteindelijk onder normale condities 48% van de eiwitinname systemisch beschikbaar wordt.