In 2011 schreef Hans Boutellier, bijzonder hoogleraar Veiligheid en Burgerschap aan de Vrije Universiteit een boek, getiteld
De improvisatiemaatschappij [
1]. Hij laat daarin zien hoe politiek, overheid en publieke sector in de afgelopen tien jaar voortdurend hebben geprobeerd om meer orde in de maatschappij aan te brengen. ‘Ordeningsprogramma’s’, noemt hij het, en hij geeft als voorbeeld de normen-en-waardencampagne van Balkenende en de roep om actief burgerschap. Hij toont ook het wisselende succes van deze programma’s aan. ‘Het normen-en-waardenverhaal van Balkenende – ik noem het “beschavingsdefensief” – is faliekant mislukt. Zo’n groot, top-down-verhaal werkt niet in deze samenleving. En dat actieve burgerschap draagt nog steeds te veel spanningen in zich. Er wordt meestal op een te instrumentele manier naar burgers gekeken; zo werkt het niet. Ordening werkt pas, wordt pas geaccepteerd als het aansluit bij wat burgers doen en willen. Zo werkt de improvisatiemaatschappij.’ …