De geschiedenis van het wetenschappelijke vakgebied van de public health kan in vier perioden worden verdeeld: het tijdperk van de publieke hygiëne (negentiende eeuw), het tijdperk van de gezondheidsleer (eerste decennia van de twintigste eeuw), het tijdperk van de sociale geneeskunde (midden van de twintigste eeuw tot ongeveer 1990), en het pas kortgeleden gestarte tijdperk van de public health naar Angelsaksische snit. In dit artikel wordt deze ontwikkeling voor Nederland beschreven, tegen de achtergrond van vergelijkbare ontwikkelingen in andere Europese landen. De overeenkomsten tussen Europese landen laten zien dat er gemeenschappelijke onderliggende factoren in het spel zijn geweest. De ontwikkeling van het wetenschappelijke vakgebied is in belangrijke mate een afgeleide van de ontwikkeling van de beroepsgroep(en) die op het terrein van de public health actief zijn, van de ontwikkeling van de concrete activiteiten die in de loop van de tijd zijn ontwikkeld om de volksgezondheid te bevorderen, en van de ontwikkeling van de volksgezondheid zelf. Het centrale gedachtegoed van de public health heeft zich tijdens deze ontwikkeling aanzienlijk verbreed. In al zijn fasen is de wetenschappelijke public health in Nederland erg productief geweest, zoals onder meer valt af te lezen aan het grote aantal proefschriften dat onder leiding van een hoogleraar in het vakgebied is geschreven. Sinds 1990 maakt de wetenschappelijke public health in Nederland opnieuw een sterke bloeiperiode door.