Vroeger dacht men dat de adequate functie van het zenuwstelsel gemedieerd werd door een hiërarchische organisatie, met de hersenschors in de directie en het ruggenmerg als werkvloer. Tegenwoordig weten we dat de neurale werkelijkheid anders georganiseerd is, namelijk in de vorm van een heterarchie (
Kalaska & Crammond, 1992). Afhankelijk van de inhoud van een taak, maar ook – en zeker niet minder belangrijk – afhankelijk van de omstandigheden waaronder een taak verricht moet worden (moeilijkheidsgraad, emotionele lading), wordt beslist in welke mate specifieke celgroepen in het zenuwstelsel aan de uitvoering van een taak deelnemen. Zo zal de hersenschors tijdens gewoon lopen niet tot nauwelijks geactiveerd worden. Bij het lopen over een smal, glad bruggetje over een wild stromende beek, komt de hersenschors echter zeker in actie. En niet alleen de hersenschors, maar ook het emotionele motorische systeem (met o.a. de hypothalamus en het periaquaductale grijs;
Holstege, 1991). …