Van den Berg R, Meijman FJ. De (patho)genese van de grootschalige dienstenstructuur. Huisarts Wet 2009;52(4):177-81.
Doel Wij wilden de aanleiding en oorzaken van de grootschalige dienstenstructuur voor huisartsen in beeld brengen. Is er sprake van echte wijzigingen in woord en daad?
Methode Wij hebben een explorerend systematisch literatuuronderzoek gedaan naar de organisatorische ontwikkelingen binnen de huisartsenpraktijk gedurende de jaren vóór en rond de komst van de grootschalige dienstenstructuur.
Resultaten Vroeger was de huisarts er 24 uur per dag, 7 dagen per week voor zijn patiënten. In 1941 kwam daar verandering in met de eerste centrale post in Den Haag, die weekenddiensten verzorgde. De eerste decennia stond huisartsgeneeskundig Nederland sceptisch tegenover deze nieuwe ontwikkeling, maar met een tussenstap in 1979 richtte men vanaf het eind van de twintigste eeuw meer centrale posten op voor avond-, nacht- en weekenddiensten. De grootschalige dienstenstructuur werd dominant.
Conclusie De opkomst van de grootschalige dienstenstructuur kan men toeschrijven aan de toegenomen werkbelasting van huisartsen en de veranderde tijdgeest. De drie-eenheidsideologie van continue, integrale en persoonlijke zorg is sinds het bestaan van de centrale posten in die zin veranderd dat de continuïteit van zorg niet meer alleen door de eigen huisarts van de patiënt wordt geleverd, maar ook door zijn dienstdoende collega’s. Hoewel de komst van de centrale posten voor een afname van de ervaren werkbelasting heeft gezorgd, besteden huisartsen steeds meer diensten uit aan waarnemers. Buiten kantoortijd is de persoon van de dokter voor de continuïteit van de zorg geen punt (meer) voor de arts en de patiënt.