Zijp-Zuidema C, Van Baarsen B, Tanja-Harfterkamp A, Jochemsen H. De rol van de huisarts in de zorgverlening rond abortus provocatus. Een kwalitatief onderzoek. Huisarts Wet 2007;50(9):405-9.
Doel Wij wilden inzicht krijgen in de wijzen waarop huisartsen psychische klachten na een abortus provocatus weten te voorkomen, ofwel hoe zij zulke klachten onderkennen en behandelen. Tevens wilden wij achterhalen in hoeverre deze zorg voor verbetering vatbaar is.
Opzet Een kwalitatief onderzoek door middel van twaalf semigestructureerde open interviews.
Methode Bij de selectie van huisartsen hebben wij rekening gehouden met geslacht en regio. In totaal selecteerden wij 42 huisartsen uit drie steden (Amsterdam, Zwolle en Oss) en hun nabije omgeving (Wormerveer, Hasselt, Hattem, Wijchen en Uden); van hen stemden er 12 (6 vrouwen, 6 mannen) in met een interview. Wij ondervroegen hen over diverse thema’s: hoe zij de reacties van de vrouw herkennen, hoe zij omgaan met een verzoek om abortus en wat de motieven zijn voor hun handelen. Wij hebben de interviews volledig uitgetypt en vervolgens geanalyseerd aan de hand van de analysestappen die zijn beschreven door Baarda et al.9
Resultaten Na een abortus kunnen allerlei psychische reacties optreden: opluchting, maar ook verdriet, schuld, spijt of verdringing. De meeste geïnterviewde huisartsen kwamen in hun praktijk slechts een enkele van deze reacties tegen. Meestal toetsen zij de keuze voor een abortus aan diverse criteria, zoals de leeftijd van de vrouw, in hoeverre haar keuze vrijwillig is en of zij sociale steun geniet. Het initiatief in het contact tussen arts en patiënt ligt in veel opzichten bij de vrouw. Informatie over alternatieven voor de abortus of over de status van de vrucht geven de meeste huisartsen alleen als de vrouw daarom vraagt. De leeftijd, houding en culturele achtergrond van de vrouw bepalen mede de vorm waarin zij de hulpvraag giet, en daarmee de betrokkenheid van de arts bij de besluitvorming. De opvattingen van de arts over de autonomie van de vrouw, over abortus en over de eigen professionele rol spelen een grote rol in diens handelen.
Conclusie Wij pleiten voor een herbezinning op de relatie tussen de huisarts en de ongewenst zwangere vrouw die om een abortus vraagt. De zorgverlening van de huisarts rond abortus provocatus zou aanmerkelijk verbeteren wanneer een consult over abortus (meer) het karakter zou krijgen van een overleg, waarin de mogelijke alternatieven voor en gevolgen van abortus aan bod komen. Bijscholing van huisartsen op dit gebied is gewenst.