Regelmatig verbaas ik mij over de wonderlijke tegenstelling tussen de verhalen over een schrijnend artsentekort enerzijds en de verkwisting van menselijk kapitaal van vooral vrouwelijke artsen anderzijds. Terwijl het veld schreeuwt om gemotiveerde artsen en de betekenis van inspirerende rolvoorbeelden genoegzaam bekend is, zie ik in mijn omgeving, de academische geneeskunde, tal van getalenteerde, hoogopgeleide collegae afknappen of afhaken. Kwaliteit en talent waaraan vanuit het perspectief van gezondheidszorg toch een schreeuwende behoefte is, lekt weg of komt nog nauwelijks tot uitdrukking in die medische kringen. Zo viel mij tijdens de NHG-kaderopleiding Palliatieve zorg op dat nagenoeg alle mannelijke deelnemers praktijkvoerend zijn, maar dat een substantieel deel van de vrouwelijke huisartsen in allerlei onhandige of onconventionele arrangementen probeert een professionele bijdrage aan vak en gemeenschap te leveren.