Lucassen WAM, Kuijs-Augustijn M, Van Weert HCPM. De waarde van de CRP-test na uitsluiting van longembolie. Huisarts Wet 2014;57(2):92-4.
Als de huisarts op het spreekuur een patiënt ziet met borstpijnklachten, vastzittend aan de ademhaling, en/of onbegrepen dyspneuklachten, kan hij met een negatieve Wells-beslisregel voor longembolie en een negatieve D-dimeersneltest veilig longembolie uitsluiten. Maar daarmee is het diagnostisch probleem voor de huisarts nog niet opgelost. Nog steeds moet hij onderscheid maken tussen frequent voorkomende oorzaken, zoals myalgie of hyperventilatie, waarbij geruststelling vaak afdoende is, en diagnoses zoals een pneumonie, waarbij medisch handelen nodig is. Wij hebben onderzocht of de CRP-test van waarde kan zijn bij het maken van dit onderscheid. Tien procent van de deelnemende patiënten met een negatieve CRP-test (< 10 mg/l) kreeg een klinisch relevante diagnose en slechts 2% van deze patiënten werd in het ziekenhuis opgenomen. Van de CRP-positieve patiënten kreeg 43% een klinisch relevante diagnose en 20% van deze patiënten werd opgenomen.
Een negatieve uitslag van een aanvullende CRP-test verkleint de kans op andere relevante pathologie. De huisarts kan een D-dimeersneltest en een CRP-sneltest bij de van longembolie verdachte patiënt uitvoeren, zonder dat hij de patiënt naar het laboratorium hoeft te verwijzen.