Ponsion BP, Hop WCJ, Vermue NA, Dekhuyzen PNR, Bohnen AM. De werkzaamheid van fluticason bij hoesten: een gerandomiseerde dubbelblinde placebogecontroleerde trial. Huisarts Wet 2006;49(2):62-7.
Doel Vaststellen wat de kortetermijneffecten zijn van het inhalatiesteroïde fluticasonpropionaat (FP) bij hoesten en nagaan wat de invloed zou kunnen zijn van roken, bronchiale hyperreactiviteit, allergie en FEV1 op het eventuele effect van FP.
Methode Voor een dubbelblind gerandomiseerd onderzoek in onze huisartsengroep van 6 praktijken sloten wij 135 gezonde volwassenen in die achtereenvolgens het spreekuur bezochten met de klacht hoesten; zij moesten daar dan minimaal 2 weken last van hebben. Ze werden gedurende 2 weken behandeld met placebo of tweemaal daags 500 µg FP. De deelnemers hielden een daglijst bij van het hoesten en de overige symptomen van de lagere luchtwegen. De primaire uitkomstmaat was de afname in de gemiddelde hoestscore (0–6 punten) zowel overdag als ’s nachts gedurende de tweede week van de behandeling.
Resultaten In de FP-groep nam de gemiddelde hoestscore af van 3,8 op de baselinemeting tot 1,4 ± 0,2 SEM gedurende de tweede week. In de placebogroep nam deze score af van 3,8 tot 1,9 ±0,1; deze afname was statistisch significant kleiner dan bij de FP-groep. Een gunstig effect van FP was overigens alleen zichtbaar bij de niet-rokers. In deze groep was het verschil tussen FP en placebo in afname van de hoestscore 0,9 punt. Om de klinische relevantie van deze bevinding vast te kunnen stellen is nader onderzoek nodig. Allergie, FEV1 en bronchiale hyperreactiviteit bij inclusie hadden geen invloed op het effect van FP.
Conclusie Anti-inflammatoire behandeling met het inhalatiesteroïde fluticasonpropionaat vermindert persisterend hoesten bij gezonde volwassenen die niet roken.