De introductie van een nieuwe richtlijn voor het gebruik van biomonitoring na incidenten met gevaarlijke stoffen vormt de aanleiding om de rol van de bedrijfsarts onder de loep te nemen. Bij dergelijke incidenten kunnen naast particulieren ook werknemers van chemiebedrijven of medewerkers van hulpverleningsdiensten betrokken zijn. Er is een oriënterende studie uitgevoerd om na te gaan of er mogelijkheden zijn voor overdracht van relevante informatie in de acute fase van een incident, specifiek met betrekking tot biomonitoring. Daartoe zijn dertien bedrijfsartsen geïnterviewd en ook negen gezondheidskundige adviseurs gevaarlijke stoffen (GAGS‘s). GAGS‘s verrichten taken in de acute fase van een incident in opdracht van de geneeskundige hulpverleningsorganisatie bij ongevallen in de regio (GHOR). Bedrijfsartsen zien wel een rol, maar het ontbreekt hen aan voldoende kennis en ervaring op dit gebied. Daarom is een ‘warme overdracht’ en samenwerking tussen GAGS en bedrijfsarts van belang om goede nazorg te kunnen leveren. Een concrete aanbeveling is het opstellen van een overdrachtsprotocol.