Dementie is een hersenaandoening waarvan wel vijftig varianten bestaan. Alzheimerdementie komt het meest voor, daarna komt vasculaire dementie, die in beloop veel op de ziekte van Alzheimer lijkt. ‘Lewy body’-dementie en frontotemporale dementie zijn zeldzamer. En van de mensen met de ziekte van Parkinson krijgt 35-55% dementie.
Kenmerken van dementie zijn ernstige geheugenproblemen (bij frontotemporale dementie en ‘Lewy body’-dementie pas in een later stadium) en een of meer van de stoornissen afasie, agnosie en apraxie. De huisarts stelt de diagnose met lichamelijk en laboratoriumonderzoek, en ook door andere oorzaken (zoals delier) uit te sluiten.
Praktijkondersteuners kunnen een belangrijke rol spelen bij het signaleren van mogelijke dementie en bij de uiteindelijke diagnostiek. Je kunt zelf tests afnemen, zoals de Observatie Lijst voor vroege symptomen van Dementie (OLD), de kloktekentest, en/of de mini-mental state examination (MMSE).
Ook na een diagnose dementie kun je een cruciale rol vervullen. Je stelt een behandelplan op om te bepalen welke begeleiding en behandeling nodig is. Vooral voor de mantelzorger ben je belangrijk, met een luisterend oor en informatie. Je legt bijvoorbeeld uit dat de patiënt testen en corrigeren geen zin heeft, maar dat afleiden beter is.