De resultaten van een onderzoek naar de prevalentie van diabetes mellitus type 2 onder de Surinaams-Hindostaanse inwoners van Den Haag waren alarmerend. Naar schatting had 37% van de 60-plussers diabetes mellitus type 2 en waarschijnlijk was vóór die leeftijd een niet gering aantal Hindostaanse diabetespatiënten al overleden. De prevalentie was op jongere leeftijd vooral erg hoog in de achterstandswijken: 15-20% van de dertigjarigen had hier al diabetes mellitus. Deze cijfers plaatsen vraagtekens bij de aanbeveling in de NHG-Standaard om pas vanaf de leeftijd van 45 jaar te beginnen met actieve opsporing van diabetes onder Hindostanen.
In een gerandomiseerd onderzoek werd nagegaan of het aanpassen aan de eigen cultuur van de zorg voor Hindostaanse diabetespatiënten effectief is. De uitkomsten van de zorg (HbA1c, lipidenspectrum) bleken significant beter, maar – gemiddeld genomen – klinisch nog onvoldoende. Goed gestructureerde diabeteszorg was een zeer belangrijke succesfactor.
De bevolkingsgroep moet zelf actief worden betrokken bij de (primaire) preventie. Hiermee kan het diabetesrisico voor Hindostanen worden verkleind en door een meer stimulerende sociale omgeving kan therapietrouw van Hindostaanse diabetespatiënten verbeterd worden. De bijzonder ernstige cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit onder Hindostaanse diabetespatiënten vragen om een extra actieve opstelling van de behandelend arts.