Een werknemer, chef verkoper in een sportzaak, meldt zich ziek. Het gaat om een man met een echtgenote die aan een ernstige manisch- depressieve psychose lijdt, en een kind van 3 jaar. Voor de echtgenote is geregeld opname op de psychiatrische afdeling van het streekziekenhuis noodzakelijk. Op het verzuimspreekuur blijkt dat de reden van het verzuim van de werknemer voornamelijk ligt in de omstandigheid dat hij gedurende zijn werkuren geen volledige opvang voor zijn echtgenote en kind kan regelen. Hij doet een dringend beroep op de bedrijfsarts om de werkgever niet te informeren over zijn gezinssituatie, omdat hij vreest dat dit repercussies voor hem zou kunnen hebben. Om dezelfde reden wil hij beslist geen gebruik maken van de regeling zorgverlof van het bedrijf. In die regeling staat namelijk opgenomen dat het bedrijf geïnformeerd moet worden omtrent de reden van dit zorgverlof. De werknemer ziet nog maar één uitweg. Hij doet een dringend beroep op de bedrijfsarts, of deze hem voorlopig voor 50% ‘ziek kan houden’.