In dit onderzoek wordt nagegaan in hoeverre de richtlijnen van medische specialisten en huisartsen voor de top 5 van belangrijkste geneesmiddelengroepen, gemeten naar uitgaven in 2007, aandacht besteden aan doelmatigheid. Bij de meeste richtlijnen is maar beperkt aandacht besteed aan economische overwegingen. De richtlijnen Cardiovasculair risicomanagement en de richtlijn Angststoornissen zijn de enige richtlijnen waarbij het aspect ‘doelmatigheid’ op systematische wijze is meegenomen. Weinig of geen aandacht voor doelmatigheid leidt niet automatisch tot een verkeerde aanbeveling. In de richtlijnen over maagzuurremmers en astma is bijvoorbeeld nauwelijks rekening gehouden met economische overwegingen, maar zijn de aanbevelingen uit de richtlijnen in overeenstemming met de conclusies uit de literatuur ten aanzien van doelmatigheid. Economische informatie kan worden gebruikt om aanbevelingen aan te scherpen, beter te onderbouwen of te differentiëren naar specifieke subgroepen van patiënten. Een HTA- expert binnen een richtlijnwerkgroep kan de kwaliteit van economische evaluaties en toepasbaarheid voor de Nederlandse setting beoordelen en bijdragen tot een goede integratie van deze kennis in de aanbevelingen van de richtlijn.