Maarsingh OR, Dros J, Schellevis FG, Van Weert HC, Van der Windt DA, Ter Riet G, Van der Horst HE. Duizeligheid bij ouderen. Huisarts Wet 2010;53(12):674-7.
Doel
Het vaststellen van mogelijke oorzaken van duizeligheid bij ouderen in de huisartsenpraktijk.
Methode
We voerden bij 417 duizelige patiënten van 65 jaar en ouder een gestandaardiseerd diagnostisch onderzoek uit, bestaande uit 21 tests. Dit diagnostische protocol was gebaseerd op de resultaten van een eerder uitgevoerde Delphi-procedure. Een huisarts, een verpleeghuisarts en een klinisch geriater beoordeelden onafhankelijk van elkaar de resultaten per patiënt, waarna we met behulp van een beslisregel een paneldiagnose construeerden bestaande uit ‘hoofdoorzaak duizeligheid’ en ‘bijdragende oorzaak/oorzaken duizeligheid’.
Resultaten
Volgens het panel was de meest voorkomende hoofdoorzaak van duizeligheid een cardiovasculaire aandoening (57% van de patiënten), gevolgd door een vestibulaire aandoening (14%) en een psychiatrische aandoening (10%). De meest voorkomende bijdragende oorza ak was bijwerking van medicatie (23%). Bij 62% van de patiënten was er sprake van twee of meer bijdragende oorzaken van duizeligheid.
Conclusie
Duizeligheid bij ouderen lijkt in de huisartsenpraktijk vooral cardiovasculair (en niet vestibulair) bepaald. Dat is in tegenspraak met eerder gepubliceerd onderzoek. Bij een kwart van de ouderen draagt medicatie mogelijk bij aan de duizeligheid, hetgeen veel hoger is dan men tot op heden aannam.