Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

09-05-2019 | Onderzoek

E-mailconsulten: wie, wat, hoeveel?

Auteurs: Martine Huygens, Ilse Swinkels

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Inleiding Sinds 2006 kunnen huisartsen e-mailconsulten declareren. Toch lijken ze niet vaak e-mailconsulten te doen. Wij vergeleken het gebruik van e-mailconsulten door patiënten in Nederlandse huisartsenprakijken met dat van andere soorten huisartsenconsulten.
Methode Voor dit onderzoek maakten we gebruik van gegevens uit Nederlandse huisartseninformatiesystemen uit 2010 en 2014 (verrichtingendeclaraties). De gegevensset bestond uit 200 huisartsenprakijken in 2010 (734.122 geregistreerde patiënten) en 434 huisartsenpraktijken in 2014 (1.630.386 geregistreerde patiënten).
Resultaten In 2010 deed 32% van de huisartsenprakijken minstens één e-mailconsult, in 2014 steeg dit aandeel tot 53%. Toch was het daadwerkelijke gebruik erg laag: e-mailconsulten omvatten in 2014 minder dan 1% van het totale aantal huisartsenconsulten. Het gebruik van e-mailconsulten varieerde sterk tussen praktijken: in praktijken met een grotere patiëntenpopulatie, gelegen in een stedelijk gebied en met een jongere patiëntenpopulatie vonden meer e-mailconsulten plaats. Patiënten die een e-mailconsult hadden waren over het algemeen ouder en hadden vaker vragen over psychische klachten (14,7%), het endocriene stelsel/metabolisme (10,9%) en het hart- en vaatstelsel (10,7%), vergeleken met patiënten die een telefonisch of praktijkconsult hadden.
Conclusie De helft van de Nederlandse huisartsenpraktijken gebruikte in 2014 e-mailconsulten, maar toch betrof het slechts een fractie van het totaal aantal huisartsenconsulten. Patiënten die een e-mailconsult hadden verschillen van patiënten die een telefonisch of praktijkconsult hadden.
Metagegevens
Titel
E-mailconsulten: wie, wat, hoeveel?
Auteurs
Martine Huygens
Ilse Swinkels
Publicatiedatum
09-05-2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/s12445-019-0128-5