Editorial

Op 11 mei wordt de Nederlandse wetenschap gepresenteerd in 's-Hertogenbosch. Reeds enkele jaren ben ik lid van de wetenschappelijke commissie van de NVU, EAU en redactielid van onsTijdschrift voor Urologie. Binnen die hoedanigheid zie ik abstracts voorbijkomen over onderwerpen die ingegeven zijn door de tijdgeest van het moment. Ik bedoel dan nieuwe chirurgische technieken en centralisatie van zorg, de aantallen dus. Bij de abstracts in dit nummer is dat niet anders. De wetenschappelijke commissieleden beoordelen deze abstracts onafhankelijk. Bij discrepantie leidt dit tot een heftige, maar interessante discussie. Hierbij blijft de inhoud de boventoon voeren, en zo moet het ook zijn. Net zoals bij de selectieprocedure voor de EAU en ook binnen het reviewproces van de artikelen die worden aangeboden. Het aantal aangeboden abstracts en het acceptatiepercentage blijven de laatste tijd stabiel. De NVU-vergadering is een goed podium voor de meestal jonge collegae om hun onderzoek te presenteren. Toch wil ik jullie blijven aansporen om de wetenschappelijke vergaderingen van de NVU te blijven gebruiken om resultaten uit de eigen kliniek te presenteren. Goede en minder goede, waarbij het erom gaat wat we ervan kunnen leren, gebruiken en implementeren in de praktijk. Veel Nederlands onderzoek is ook internationaal baanbrekend; maar zelfs daarvan zijn we niet altijd op de hoogte. Vandaar dit abstractnummer, ter voorbereiding op een goede bijeenkomst. …