Lambermon E, Jakobs K, Van Merkestein J, Gesthuizen M, Oostindjer A. Chloortalidon of hydrochloorthiazide: wat is eerste keuze bij hypertensie? Huisarts Wet 2014;57(4):180–2.
Hoewel de NHG-Richtlijn Cardiovasculair risicomanagement geen voorkeur vermeldt als het gaat om de keuze van een thiazidediureticum, blijkt in de praktijk dat huisartsen hydrochloorthiazide in Nederland ongeveer acht keer vaker voorschrijven dan chloortalidon. Deze voorkeur lijkt vooral bepaald door de veronderstelde verhoogde kans op hypokaliëmie bij patiënten die chloortalidon gebruiken. Gezien de uitkomsten van recent onderzoek is deze claim echter minder urgent geworden. De meeste onderzoeken laten slechts een geringe, klinisch niet relevante daling van het serumkalium zien bij beide middelen. Uit een recent verschenen netwerkmeta-analyse van 9 RCT’s blijkt daarnaast dat chloortalidon het aantal cardiovasculaire eindpunten vermindert met 21% ten opzichte van hydrochloorthiazide. Daarom lijkt chloortalidon de voorkeur te hebben bij de behandeling van patiënten bij wie een thiazidediureticum is geïndiceerd.