Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7 Eerstelijnsgezondheidszorg

Auteur : J.M. Boot

Gepubliceerd in: De Nederlandse gezondheidszorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In Nederland wordt de gezondheidszorg onderscheiden in twee behandelingsniveaus. Deze worden aangeduid met eerste en tweede lijn, ook wel echelons genoemd (zie paragraaf 5.2). De eerste lijn staat voor generalistische zorg, dat wil zeggen algemene zorg, de tweede lijn voor specialistische zorg. In de geneeskunde is de huisarts een generalist, die zo nodig verwijst naar een medisch specialist, ofwel naar de tweedelijnsgezondheidszorg.
Voetnoten
1
Een groot deel van de historische gegevens die in dit hoofdstuk worden gepresenteerd, is ontleend aan de financiële overzichten van de (gezondheids)zorg (foz) zoals die sinds het eind van de jaren ’70 ieder jaar werden uitgebracht door de centrale overheid. Vanaf 1999 verscheen dit beleidsdocument onder de titel Zorgnota. Verder zijn gegevens geput uit de Statistische Zakboeken/Jaarboeken van het CBS en uit registraties van het NIVEL en de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg en haar voorgangers. Als er gegevens zijn ontleend aan andere bronnen, wordt dit vermeld.
 
2
CBS, Statistisch Jaarboek 2004, Voorburg/Heerlen, 2004.
 
3
Zie verder: Melker, R.A. de and Th. Verheij, ‘The family doctor – central pillar of the Dutch health system’, in: Rooij, E. van, a.o. (eds.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002 (2nd revised edition), p. 65-77.
 
4
Hingstman, L. en J. Hoekstra, Gezondheidscentra peiling 1997; gezondheidscentra in Nederland op gemeenteniveau, NIVEL, Utrecht, 1998.
 
5
CBS, Statistisch Jaarboek 2004, Voorburg/Heerlen, 2004; Slobbe, L.C.J., e.a., Kosten van ziekten in Nederland 2003; zorg voor euro’s – 1. RIVM-rapport 270751010, RIVM, Bilthoven, 2006.
 
6
CBS, Statistisch Jaarboek 2004, Voorburg/Heerlen, 2004; Slobbe, L.C.J., e.a., Kosten van ziekten in Nederland 2003; zorg voor euro’s – 1. RIVM-rapport 270751010, RIVM, Bilthoven, 2006.
 
7
Poos, M.J.J.C. e.a., Kosten van ziekten in Nederland 2005; zorg voor euro’s – 8, RIVM-rapport 270751019, RIVM, Bilthoven, 2008.
 
8
Zie: Ministerie van WVC/Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Sociaal-economische gezondheidsverschillen. Preadviezen, Sdu uitgevers, 1991.
 
9
Verheij, R.A., e.a., Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg in Nederland; feiten en cijfers over huisartsenzorg in Nederland(LINH), geraadpleegd 8 augustus 2006, Nationaal Kompas Volksgezondheid, versie 4.3, 6 april 2011.
 
10
CBS, ‘Waarvoor gaan we naar de huisarts?’, in: Gezondheid en zorg in cijfers,CBS, Den Haag, 2009, p. 43-54.
 
11
CBS, Permanent Onderzoek Leefsituatie, gezondheid en welzijn (POLS), Nationale Atlas Volksgezondheid, versie 4.3, 6 april 2011.
 
12
Verheij, R.A., e.a., Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg in Nederland; feiten en cijfers over huisartsenzorg in Nederland. BLINH. Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (NIVEL) bewerkt door het RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, versie 4.3, 6 april 2011.
 
13
VNZ, Gezondheidszorg in cijfers vanuit ziekenfondsoptiek, Zeist, 1985.
 
14
CBS, Permanent onderzoek Leefsituatie (POLS), webmagazine, 26 juni 2000.
 
15
Cardol, M., e.a., Tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk; huisartsenzorg: wat doet de poortwachter? NIVEL, Utrecht, 2004, p. 11-14.
 
16
Verheij, R.A. e.a., Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg in Nederland; feiten en cijfers over huisartsenzorg in Nederland, geraadpleegd 8 augustus 2006, Nationaal Kompas Volksgezondheid, versie 4.3, 6 april 2011.
 
17
Idem.
 
18
SCP, Patiënt en professie, VUGA, Rijswijk, 1996.
 
19
Projectgroep ‘Toekomstvisie huisartsgeneeskunde en functie profiel van de huisarts’, Een beschrijving van de huidige situatie van de huisartsenzorg en een analyse van de knelpunten, LHV/NHG, Utrecht, 2001.
 
20
Houwaart, E., ‘Het Hoge Woord: de huisarts sterft uit’, in: Historisch Nieuwsblad, 26-8-2003.
 
21
Broersen, S.F.M., ‘Over de muur’, in: Medisch Contact, 65 (2010), nr. 17, 768-771.
 
22
Dekker, G., ‘De eigen waarde van den huisarts’, in: Medisch Contact, 2 (1947), nr. 42, p. 725-727. Zie ook: Lahr, J.H.F., ‘De devaluatie van den huisarts betekent devaluatie van de medische verzorging’, in: Medisch Contact, 2 (1947), nr. 42, p. 723-725.
 
23
CBS, 111 Jaar statistiek in tijdreeksen, 1899-2010, Den Haag/Heerlen, 2010, p. 43.
 
24
Idem.
 
25
Zie voor de de ontwikkeling van de huisartsgeneeskunde sinds die tijd: Es, J. van, Een halve eeuw huisartsgeneeskunde; van ambacht tot professie, Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2006.
 
26
Huygen, F.J.A. ‘NHG-quo vadis?’, in: Huisarts en Wetenschap, 1959, nr. 2, 187-191; zie ook: Terug naar Woudschoten, in: Huisarts en Wetenschap, 2001, nr. 5, p. 185.
 
27
Spreeuwenberg, C., ‘Tussen eerste en tweede lijn’, in: Medisch Contact, 44 (1989), nr. 26, p. 867.
 
28
Zie bijvoorbeeld: Timmers, A.P. e.a., ‘Een deskundig alternatief; praktijkondersteuner moet vooral kleine kwalen behandelen’, in: Medisch Contact, 57 (1997), nr. 46, p. 1701-1704.
 
29
Toekomstvisie Huisartsenzorg 2012, LHV/NHG, Utrecht, 2002. Zie ook: Concretisering Toekomstvisie Huisartsenzorg 2012, NHG/LHV, Utrecht, 2004.
 
30
Idem, p. 14.
 
31
Metsemakers, J.F.M., De huisarts blijft, oratie Universiteit Maastricht, 2003, p. 8-9.
 
32
Zie voor zowel knelpunten als maatregelen voor de gehele eerste lijn: Hoogervorst, H., De toekomstbestendige eerstelijnszorg, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 21 november 2003, bijlage 2.
 
33
Zie voor een samenvatting: ‘Financieringsstructuur huisartsenzorg; een gezonde spil in de zorg’, in: Huisarts en Wetenschap, 44 (2001), nr. 6, p. 539-540.
 
34
Hoogervorst, H., De toekomstbestendige eerstelijnszorg, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 21 november 2003.
 
35
Huisartsen moeten meer gaan samenwerken met andere zorgverleners in de eerstelijnszorg, Persbericht VWS 21/11/2003.
 
36
Hopman, E.P.C., R.S. Batenburg en D.H. de Bakker, Organisatorische samenwerkingsverbanden binnen de eerstelijn; een verkenning, NIVEL, Utrecht, 2009.
 
37
Hingstman, L. en R.J. Kenens, Cijfers uit de registratie van huisartsen, peiling 2009, NIVEL, Utrecht, 2009.
 
38
Hansen, J., T. Nuijen en L. Hingstman, Monitor multidisciplinaire samenwerkinsgverbanden in de eerstelijn, NIVEL, Utrecht, 2007.
 
39
Hansen, J., M. van Greuningen en R.S. Batenburg, Monitor multidisciplinaire samenwerking binnen de eerste lijn; achtergronden en resultaten van een trend- en verdiepingsstudie, NIVEL, Utrecht, 2010, p. 5.
 
40
Zie verder: Wildt, J.E. de en G.L. Leusink, Nulmeting zorggroepen; een beschrijvend onderzoek van de karakteristieken, LVG, Utrecht, 2008.
 
41
Til, J.T. van, J.E. de Wildt en J.N. Struijs, De organisatie van zorggroepen in 2010, RIVM/LVG, Bilthoven, 2010.
 
42
Zie verder: Hopman, E.P.C., R.S. Batenburg en D.H. de Bakker, Organisatorische samenwerkingsverbanden binnen de eerstelijn; een verkenning, NIVEL, Utrecht 2009.
 
43
Zie voor een volledig en omvattend overzicht van de tandheelkundige zorg in Nederland in al haar aspecten: Dekker, J. den, Mondzorg in sociaal perspectief, Bohn Stafleu Van Logum, Houten, 2008 en Schaub, R. (red.), Samenwerken in de mondzorg, Bohn Stafleu Van Logum, Houten, 2007.
 
44
Putter, C. de en J. den Dekker, ‘Dental health care’, in: Rooij, E. van, a.o. (eds.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002, p. 123-131.
 
45
Zie ook: Carpay, J.J. en R. Lapré, ‘Schets van de tandheelkundige zorg in Nederland’, in: Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde, 1974, p. 280-288. Er is in de loop der tijd onderzoek gedaan naar de resultaten van deze jeugdtandverzorgingverlening. Dat kon ook voortgezet worden daar in een aantal regio’s die voorzieningen rechtstreekse opvolgers kregen, met name in Brabant en Rotterdam. Zie daarvoor: Schuller, A.A., Evaluatie-onderzoek Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging, 17-jarigen, TNO Kwaliteit van Leven, Leiden, 2009; Schuller, A.A., Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging 2005, TNO Kwaliteit van Leven, Leiden, 2005; Kalsbeek, H. en J.H.G. Poorterman, ‘Evaluatie Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging 1992-1998’, TNO: Preventie en Gezondheid, Leiden, 1999.
 
46
Zie voor de ontwikkeling van de structuur en financiering van de tandheelkundige praktijk naar het overheidsbeleid van kostenbeheersing in het laatste kwart van de vorige eeuw: Tandheelkunde een kwestie van kiezen, NMT, Nieuwegein, 1999. De beginsituatie wordt beschreven in: Carpay, J.J. en R. Lapré, ‘Schets van de tandheelkundige zorg in Nederland’, in: Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde, 1974, p. 280-288.
 
47
www.zorgatlas.nl, versie 4.2, 9 december 2010.
 
48
Rossum, G. van en H. Kalsbeek, Tandartsbezoek en mondgezondheid, ITS-TNO, Nijmegen, 1985.
 
49
www.zorgatlas.nl, versie 4.2, 9 december 2010.
 
50
Schijndel, L.J.A. van, ‘Het eerste interim rapport van de Adviescommissie Opleiding Tandarts (AOT)’, in: Ned Tijdschr Tandheelkd, 90 (1983), p. 361-364; Schijndel, L.J.A. van, ‘Taakoverdracht in de tandheelkunde; beschouwing naar aanleiding van het tweede AOT-rapport’, Ned Tijdschr Tandheelkd, 91 (1984), p. 243-244; Eijkman, M.A.J., ‘Herhaalt de geschiedenis zich?’, in: Ned Tijdschr Tandheelkd, 108 (2001), januari, p. 2-4; Adviesgroep Capaciteit Mondzorg, Capaciteit Mondzorg; aanbevelingen voor de korte en lange termijn, 2000, Corbey-Verheggen, N. M.J.H., ‘De mondhygiënist met uitgebreide bevoegdheden’, in: Ned Tijdschr Tandheelkd, 108 (2001), p. 323-325. Commissie Innovatie Mondzorg, Innovatie in de mondzorg; advies, Leiden, 2006. Capaciteitsorgaan, Capaciteitsplan 2009; advies mondzorg voor de (vervolg)opleidingen tot tandarts, mondhygiënist, orthodontist, kaakchirurg, Utrecht, 2009. Zie voor een korte historische beschrijving: Kwartel, A.J.J. van der en I. Bloemendaal, Taakherschikking in de mondzorg, Prismant, Utrecht, 2009, p. 33-38.
 
51
Schijndel, L.J.A. van, ‘Het eerste interim rapport van de Adviescommissie Opleiding Tandarts (AOT)’, in: Ned Tijdschr Tandheelkd, 90 (1983), p. 361-364.
 
52
Adviesgroep Capaciteit Mondzorg, Capaciteit Mondzorg; aanbevelingen voor de korte en lange termijn, 2000, p. 6.
 
53
Schijndel, L.J.A. van, ‘Taakoverdracht in de tandheelkunde; beschouwing naar aanleiding van het tweede AOT-rapport’, Ned Tijdschr Tandheelkd, 91 (1984), p. 243-244; Eijkman, M.A.J., ‘Herhaalt de geschiedenis zich?’, in: Ned Tijdschr Tandheelkd, 108 (2001), p. 2-4; Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001,27 400 XVI, nr. 5. Zie ook: Eijkman, M.A.J. en M. Speekenbrink, ‘Tandheelkunde: de twintigste eeuw en de toekomst; opinies van Nederlandse tandarts-hoogleraren’, in: Ned Tijdschr Tandheelkd, 106 (1999), p. 438-443.
 
54
Commissie Innovatie Mondzorg, Innovatie in de mondzorg; advies, Leiden, 2006, p. 1
 
55
Associatie Nederlandse Tandartsen, Reactie op eindrapportage Commissie Innovatie van de Mondzorg, 9 mei 2006, p. 1.
 
56
Hoeven, M.J.A. van der, Kabinetsreactie op het rapport van de Commissie Innovatie Mondzorg, 5 juli 2006, p. 4.
 
57
Idem, p. 6.
 
58
Kwartel, A.J.J. van der en I. Bloemendaal, Taakherschikking in de mondzorg, Prismant, Utrecht, 2009; Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen, Capaciteitsplan 2009; advies mondzorg voor de (vervolg)opleidingen tot Tandarts, Mondhygiënist, Orthodontist, Kaakchirurg, Utrecht, 2009.
 
59
Kalf, R.R.J., S.M. Schepman en R.S. Batenburg, Actuele gegevens over het arbeidsaanbod van tandartsen in Nederland; resultaten van een ramingsenquête onder BIG-geregistreerde tandartsen ten behoeve van de integrale capaciteitsraming, NIVEL, Utrecht, 2010, p. 5.
 
60
Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen, Capaciteitsplan 2009; advies mondzorg voor de (vervolg)opleidingen tot Tandarts, Mondhygiënist, Orthodontist, Kaakchirurg, Utrecht, 2009, p. 39-40.
 
61
Batenburg, R, J. Hansen en M. van der Maat, De eerstelijns mondzorg door consumenten bekeken, NIVEL, Utrecht, 2009. Zie verder: Hendriks, E., Consumenten aan de tand gevoeld, een verkenning in de mondzorg, TNS Nipo, Amsterdam, 2009.
 
62
Berdowski, Z. en P.H. Eshuis, Tijdsbesteding Mondzorg, IOO, Leiden, 2009. Zie ook: Corbey-Verheggen, N. M.J.H., ‘De mondhygiënist met uitgebreide bevoegdheden’, Ned Tijdschr Tandheelkd, 108 (2001), p. 323-325.
 
63
Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen, Capaciteitsplan 2009; advies mondzorg voor de (vervolg)opleidingen tot Tandarts, Mondhygiënist, Orthodontist, Kaakchirurg, Utrecht, 2009, p. 22.
 
64
Idem, p. 50-51.
 
65
Kwartel, A.J.J. van der en I. Bloemendaal, Taakherschikking in de mondzorg, a.w., p. 26.
 
66
Nederlandse Zorgautoriteit, Bekostigingstructuur mondzorg; transparante mondzorg met vrije prijzen, de consument kiest,Utrecht, 2009, p. 107.
 
67
Boot, J.M.D., Organisatie van de gezondheidszorg, Van Gorcum, Assen, 2010 (2e herziene druk), p. 23-24.
 
68
Idem, p. 49.
 
69
Langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid-Bijlage 1, in: Klink, A., Visie geneesmiddelenbeleid en stappenplan, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 15-01-2008 (GMT/VDG 2825975).
 
70
Bijlage A: beschrijving huidige regelgeving aanspraak, prijsvorming en bekostiging, in: Klink, A., Visie geneesmiddelenbeleid en stappenplan, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 15-01-2008 (GMT/VDG 2825975). Zie verder: Advies Langetermijnvisie Geneesmiddelenbeleid; de weg naar vrije prijsvorming, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht, 2008.
 
71
Douven, R. en A. Meijer, Prijsvorming van generieke geneesmiddelen: forse prijsdalingen in het nieuwe zorgstelsel, Centraal Planbureau, Den Haag, 2008, p. 20.
 
72
Langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid-Bijlage 1, in: Klink, A., Visie geneesmiddelenbeleid en stappenplan, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 15-01-2008 (GMT/VDG 2825975).
 
73
Bijlage A: beschrijving huidige regelgeving aanspraak, prijsvorming en bekostiging, in: Klink, A., Visie geneesmiddelenbeleid en stappenplan, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 15-01-2008 (GMT/VDG 2825975). Zie verder: Advies Langetermijnvisie Geneesmiddelenbeleid; de weg naar vrije prijsvorming, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht, 2008.
 
74
Bijlage A: beschrijving huidige regelgeving aanspraak, prijsvorming en bekostiging, in: Klink, A., Visie geneesmiddelenbeleid en stappenplan, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 15-01-2008 (GMT/VDG 2825975), pargaaf 5.
 
75
Boot, J.M. en M.J.H.M. Knapen, De Nederlandse gezondheidszorg, Het Spectrum, Utrecht, 1990, p. 150.
 
76
Visser, G.H.A., ‘Obstetric care; relic and example’, in: Rooij, E. van, a.o. (eds.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002 (2nd revised edition), p. 79-86; Essed, G.G.M. en M.M.S. Zwartsenburg, ‘Verloskundige zorg in Nederland; voorsprong of achterstand?’, in: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 140 (1996), 1280-1282. Zie verder: Een goed begin; veilige zorg rond zwangerschap en geboorte, Advies Stuurgroep Zwangerschap en geboorte, december 2009.
 
77
Visser, G.H.A. en E.A.P. Steegers, ‘Beter baren; nieuwe keuzen nodig in de zorg voor zwangeren’, in: Medisch Contact, 63 (2008), nr. 3, p. 96-97.
 
78
Jonge, A. de, B. van der Goes, A. Ravelli, M. Amelink-Verburg, B. Mol, J. Nijhuis, J. Gravenhorst en S. Buitendijk, ‘Perinatal mortality and morbidity in a nationwide cohort of 529 688 low-risk planned home and hospital births’, in: BJOG, 116 (2009), nr. 9, p. 1177-1184.
 
79
Hingstman, L., R. Kenens en T. Wiegers, ‘Sterke groei aantal klinisch werkende verloskundigen’, in: Tijdschrift voor Verloskundigen, 36 (2011), nr. 10.
 
80
Hingstman, L. en R.J. Kenens, Cijfers uit de registratie van verloskundigen: peiling 2009, NIVEL, Utrecht, 2009.
 
81
Boot, J.M.D., Organisatie van de gezondheidszorg, Van Gorcum, Assen, 2010 (2e herziene druk), p. 24-34 en p. 49-50.
 
82
Voor 2007 staan 248 thuiszorginstellingen en 255 verpleeg- en verzorgingshuizen met thuiszorg genoteerd in de Nationale Atlas Volksgezondheid (versie 3.19, 24 september 2009). De instellingen aangesloten bij ActiZ zijn officieel door de overheid toegelaten instellingen voor verpleging en verzorging, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg en entadministratie en worden allemaal bekostigd vanuit de AWBZ. Daarnaast zijn er ruim honderd lid van Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN), commerciële, maar ook reguliere. De commerciële worden deels uit de AWBZ en deels vanuit particuliere gelden gefinancierd.
 
83
PWC Consulting, Marktanalyse thuiszorg, Almere, 2002; Prismant/Ministerie van VWS, Brancherapportage care ‘98-’01, Utrecht, 2002; Windt, W. van der, e.a., Feiten over verplegende en verzorgende beroepen in Nederland 2003, Elsevier gezondheidszorg en LEVV Maarssen/Utrecht, 2003. Beleidsagenda 2005, Nieuwe fundamenten voor een toekomstbestendige zorg, Den Haag, Ministerie van VWS, 2004; Timmermans, J. en I. Woittiez, Advies ramingen verpleging en verzorging, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, 2004.
 
84
Nationale Kruisvereniging, Kruiswerk in beweging. Kernpunten, Bunnik, 1987.
 
85
Zie: Knapen, M., ‘Sturing van persoonsgebonden budgetten’, in: Grinten, T. van der, e.a. (red.), Handboek onderhandelen en contracteren in de zorg, De Tijdstroom, Utrecht, 1995.
 
86
Rapport van de heroverwegingswerkgroep, Van samenwerken naar samengaan, Gezinsverzorging en kruiswerk naar een geïntegreerd aanbod in de thuiszorg, Ministerie van WVC, Rijswijk, 1990; Hoeksma, Homans en Menting, Evaluatie integratie kruiswerk en gezinsverzorging, Enschede, 1993.
 
87
Schippers, A., F. van Amelsvoort en J. Rutten, Tussen vraag en aanbod; intake, indicatiestelling en zorgtoewijzing bij de gezinsverzorging en de wijkverpleging, NIZW, Utrecht, 1990; Landelijke Vereniging voor Thuiszorg, LTV-indicatiesysteem, Bunnik, 1995.
 
88
Breed Indicatie Overleg, Modelprotocol geïntegreerde indicatiestelling voor het terrein van wonen, welzijn en zorg, VNG, Den Haag, 1997.
 
89
Hutten, J.B.F. en A. Kerkstra, ‘Home care is what people want’, in: Rooij, E. van a.o. (eds.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, 2nd Revised edition, Maarssen, 2002, p. 107-108.
 
90
Cijfers ontleend aan: LTV/NZi, Jaarboek Thuiszorg 1994, LTV/Nzi, Utrecht, 1996; CBS, Statistisch Zakboek 1996 en 2000, Sdu Uitgevers, Den Haag, 1996/2000.
 
91
Idem.
 
92
Branchebelang Thuiszorg Nederland is in 1996 ontstaan vanuit een initiatief van vijf particuliere thuiszorgorganisaties. Zij wilden een brancheorganisatie die vooral de belangen van de particuliere thuiszorg zou gaan behartigen. Al in 1997 ontving BTN de zogeheten representativiteitverklaring van toenmalig staatssecretaris mevrouw Erica Terpstra, waarmee het naast de LVT een formele gesprekspartner werd voor verheid, vakbonden enz. voor de thuiszorg. Zie verder: www.branchebelang-thuiszorg.nl
 
93
Zie hierover: Vorst-Thijssen, T., e.a., Het werk van wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden in Nederland, NIVEL, Utrecht, 1990, alsmede de Beleidsbrief over geïntegreerde indicatiestelling in de care-sectoren van het Ministerie van VWS van 12 februari 1996. Zie verder: Deelstra, W.F., Huishoudelijke verzorging en de WMO, Bohn Stafleu Van Loghum, Bunnik, 2008.
 
94
Windt, W. van der, H. Calsbeek en L. Hingstman, Verpleging en verzorging in kaart, Elsevier/De Tijdstroom, Maarssen, 1999.
 
95
Jaarboek Thuiszorg 2001–2002, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2004, p. 17.
 
96
Idem, p. 22.
 
97
Idem, p. 9.
 
98
Hoogervorst, H., De toekomstbestendige eerstelijnszorg, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 21 november 2003.
 
99
LTV, De thuiszorg in de eerstelijnsgezondheidszorg: wat de thuiszorg ambieert, biedt en vraagt. Uitdaging en kans op vernieuwing, Position paper, Bunnik, 2004; LVT, Naar een toekomstbestendige thuiszorg, Bunnik, 2004.
 
100
Most, M. van der, ‘Dossier actueel’, in: TvZ Tijdschrift voor Verpleegkundigen, 2005, nr. 1, p. 15.
 
101
Idem.
 
102
CBS Webmagazine, 26 februari 2007.
 
103
Gezondheidszorg in cijfers 2009, hoofdstuk 4, CBS, Den Haag, 2009.
 
104
Cornelissen, M.M.E., S.J.W. de Kroon en A.C.M. Winters-Van der Meer, Branchebeeld Kwaliteit 2009, Verpleging Verzorging en Zorg thuis, Achtergrondrapport, Kiwa-Prismant, Utrecht, 2010, p. 4.; Branchebeeld Kwaliteit 2009; vakbekwaam ondersteunen van de kwaliteit van leven, ActiZ/LOC, Utrecht, 2010.
 
105
CBS Webmagazine, 2 juni 2003.
 
106
Nationale Atlas Volksgezondheid, www.zorgatlas.nl, versie 4.2, 2010.
 
107
Zie noot 92.
 
108
www.branchebelang-thuiszorg.nl.
 
109
ActiZ, Visienota Eerstelijn: Zorg in de Toekomst - Toekomst in de Zorg, ActiZ, Bunnik, 2008.
 
110
Idem, p. 3-4.
 
111
Idem, p. 5.
 
112
Most, M. van der, ‘Dossier actueel’, in: TvZ Tijdschrift voor Verpleegkundigen, 2005, nr. 1, p. 12. Zie ook: Maseland, A., ‘Staat de wijkverpleegkundige straks buitenspel?’, in: Nursing, 10 (2004), nr. 11, p. 28-31.
 
113
Blok, J. de en A. Pool, Buurtzorg: menselijkheid boven bureaucratie, Boom Lemma, Den Haag, 2010.
 
114
Veer, A.J.E. de, e.a., Ervaringen van Buurtzorgcliënten in landelijk perspectief (Addendum bij het rapport "Buurtzorg: nieuw en toch vertrouwd"), NIVEL, Utrecht, 2009.
 
115
De wijkverpleegkundige in de eerstelijn; nieuwe inzichten, nieuwe initiatieven, ActiZ/STOOM, Utrecht/Bunnik, 2010, p. 28.
 
116
Zie hiervoor: Basisvoorziening wijkverpleging. Een maatschappelijke functie, ActiZ, Utrecht, 2009; zie ook: NPCF/LOC/V&VN, Verpleging thuis: basiszorg voor chronisch zieken en ouderen, Utrecht, 2009.
 
117
De wijkverpleegkundige in de eerstelijn; nieuwe inzichten, nieuwe initiatieven, ActiZ/STOOM, Utrecht/Bunnik, 2010, p. 31-34.
 
118
Zie verder: Hens, H. en M. Geomini, Maatschappelijke dienstverlening; beroependomeinprofiel, NIZW, Utrecht, 1996.
 
119
Zie voor beroepsbeschrijving en kerntaken maatschappelijk werker: Scholte, M. en P. Vlaar, Maatschappelijk werker, Movisie, Utrecht, 2006.
 
120
Hoogervorst, H., De toekomstbestendige eerstelijnszorg, Brief aan de Tweede Kamer d.d. 21 november 2003.
 
121
Commissie Modernisering Eerste Lijn, Een perspectief voor de eerstelijnsgezondheidszorg, Landelijke Huisartsenvereniging/Nederlands Huisartsen Genootschap, Utrecht, 2002.
 
122
Zorgverzekeraars Nederland, Visie Zorgverzekeraars op Herstructurering Eerstelijnszorg, Zeist, 2002.
 
123
Most, M. van der, ‘Dossier actueel’, in: TvZ Tijdschrift voor Verpleegkundigen, 2005, nr. 1, p. 14.
 
124
Weinig toekomstbestendige visie VWS, Journaal, in: Huisarts en Wetenschap, 47 (2004), nr. 2, p. 889.
 
125
Zie voor een actueel beeld de jaarrapportage 2010 van het Ros-netwerk: ROS’en bevorderen samenhang in de eerste lijn, Ros-netwerk/LVG, Utrecht, april 2011.
 
126
AVVV, Profs in de eerstelijn. De bijdrage van verpleegkundigen en verzorgenden aan de toekomstbestendige eerstelijn, Utrecht, 2004; LVT, De thuiszorg in de eerstelijnsgezondheidszorg: wat de thuiszorg ambieert, biedt en vraag; uitdaging en kans op vernieuwing, position paper, Bunnik, 2004.
 
127
Stand van zaken eerstelijnszorg, kamerstuk CZ/EZ 2538193, 26 november 2004.
 
128
Programma Versterking Eerstelijnszorg, LOVE, Utrecht, 2005.
 
129
www.samenwerkeneerstelijnszorg.
 
130
Programma Versterking Eerstelijnszorg; kernpunten 2011-2013, LOVE, Utrecht, november 2010, p. 2.
 
131
Notitie ‘Een ZonMw onderzoek- en ontwikkeling programma Geïntegreerde Eerstelijnszorg’, ZonMw, juni 2007.
 
132
Programma ‘Op één lijn’, ZonMw, Den Haag 2009; www.jvei.nl, 2010.
 
133
Notitie ‘Een ZonMw onderzoek- en ontwikkeling programma Geïntegreerde Eerstelijnszorg’, a.w.
 
134
Zie bijvoorbeeld: Meuwissen, L.E., A.J.J. Voorham, G.M. Schouten, D.H. de Bakker ‘Hoe te komen tot een populatiegerichte huisartsenzorg?’ in: TSG Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88 (2010), nr. 7, p. 381-387.
 
135
Association of American Medical Colleges (AAMC), geciteerd in: Schmit Jongbloed, L., Evidence en population based eerstelijnszorg; een verkenning naar breed gedragen prioriteiten voor een ZonMw-programma Geïntegreerde Eerstelijnszorg, ZonMw, Den Haag, November 2008.
 
136
Klink, A., Visie op de eerstelijnszorg: ‘Dynamische eerstelijnszorg’, Ministerie van VWS, 2008, brief d.d. 25-1-2008 aan de Tweede Kamer, Bijlage.
 
137
www.jvei.nl, 2010.
 
138
Starfield, B., ‘Primary care and health. A cross-national comparison’, in: JAMA, 266 (1991), nr. 16, p. 2268-2271; Starfield, B., ‘Is primary care essential?’, in: The Lancet, 344, nr. 8930.
 
Metagegevens
Titel
7 Eerstelijnsgezondheidszorg
Auteur
J.M. Boot
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8006-0_7