Spigt et al. beschrijven in een recent artikel dat zij de groep watergebruikers extra hebben gemotiveerd door te wijzen op het positieve effect van het drinken van extra water in een vorig onderzoek.
1 Deze interventie op zich heeft al een effect gehad. Immers, zij stelden vast dat de watergroep significant meer positieve verwachtingen had van het effect van het aan hun gegeven advies. Mogelijk waren de deelnemers er ook los van deze aanmoediging al van overtuigd dat dit best wel eens zou kunnen helpen. Het drinken van extra water is immers inmiddels tot een ware hype uitgegroeid. Veel mensen veronderstellen dat het hun kan helpen bij tal van stoornissen. Het is waarschijnlijk dat deze positieve verwachting over het drinken van extra water het gevonden effect sterk heeft beïnvloed. Het feit dat Spigt et al. alleen een effect hebben gevonden op subjectief niveau ondersteunt deze zienswijze. Alleen al het principe van cognitieve dissonantie zou een alternatieve verklaring kunnen zijn voor het gemeten effect. Daarnaast is het zo dat er geen goede pathofysiologische verklaring is voor het feit dat extra water zou kunnen helpen. En al helemaal niet voor het feit dat het ook nog zou kunnen helpen tegen elke vorm van hoofdpijn. Vooralsnog toont dit onderzoek uitsluitend aan dat het creëren van een positieve verwachting bij de patiënt het beleven van zijn ziekte positief kan beïnvloeden. …