Castien RF, Van der Windt DAWM, Blankenstein AH, Grooten A, Dekker J. Effectiviteit van manuele therapie bij chronische spierspanningshoofdpijn. Huisarts Wet 2011;54(5):244–7.
Doel
Beoordeling van de effectiviteit van manuele therapie bij patiënten met chronische spierspanningshoofdpijn (CSSH).
Methode
We voerden een pragmatisch gerandomiseerd klinisch onderzoek uit met gedeeltelijk geblindeerde uitkomstmetingen. In totaal 82 patiënten met chronische spierspanningshoofdpijn wezen we willekeurig toe aan een geprotocolleerde behandeling door de manueel therapeut of behandeling door de huisarts volgens de NHG-Standaard Hoofdpijn. Primaire uitkomstmaten waren het aantal hoofdpijndagen en het gebruik van pijnstillers. Secundaire uitkomstmaten waren de ernst van de hoofdpijn, beperkingen in activiteiten en de bewegingsfunctie van de cervicale wervelkolom.
Resultaten
Na 8 weken en 26 weken zagen we een significant verschil in afname van de frequentie van het aantal hoofdpijndagen ten gunste van de manuele therapiegroep (gemiddeld verschil na 8 weken –6,4 dagen; 95%-BI –8,3 - –4,5; effectgrootte 1,6). Het gebruik van pijnstillers daalde in beide groepen, maar verschilde niet significant tussen beide groepen. Na de behandelperiode van acht weken vonden we een significant verschil in de scores met betrekking tot beperkingen in activiteiten en de cervicale bewegingsfunctie ten gunste van de manuele therapiegroep. Bij de follow-up na 26 weken was het verschil in beperkingen in activiteiten en de bewegingsfunctie van de cervicale wervelkolom tussen beide groepen niet meer significant.
Conclusie
Manuele therapie is op de korte en lange termijn effectiever in het verminderen van de symptomen van CSSH dan behandeling door de huisarts.