Verpleegkundigen, hartfalenverpleegkundigen niet uitgezonderd, krijgen in hun beroepsuitoefening vroeg of laat te maken met ethisch problematische situaties. Hoe kunnen we te weten komen dat we te maken hebben met een ethisch dilemma of, meer algemeen, met een ethisch probleem? Een aanwijzing hiervoor kunnen we halen uit het feit dat een bepaalde situatie ons raakt, ons aan het hart gaat of ons bezig houdt. Soms denkt of zegt iemand: ‘Dat doe je gewoon niet’ of ‘Zo hoort dat toch niet.’ Dit kan een aanwijzing zijn voor de vraag of het wel ethisch is wat wij doen. In een iets andere formulering: ‘Is het wel moreel verantwoord wat wij doen?’ Een van de laatste argumenten die wij, als mensen of als verpleegkundigen, in een ethische discussie gebruiken, luidt: ‘Dat is nu eenmaal tegen mijn principes.’ In de meeste gevallen houdt daarmee de discussie op, omdat men verder niet kan benoemen om welke principes het precies gaat. Het argument komt vaak neer op het willen overbrengen van een sterk gevoel dat iets niet kan of niet mag of niet zou moeten kunnen of mogen.