Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het wetenschappelijk bewijs voor vaktherapie voor persoonlijkheidsstoornissen op dit moment. Dit betreft een intensieve literatuurstudie die is uitgevoerd in het kader van de herziene Multidisciplinaire Richtlijn (MDR) Persoonlijkheidsstoornissen (2022). Het doel van deze richtlijnherziening was om de richtlijn uit 2008 te actualiseren en uit te breiden met een aantal specifieke aandachtsgebieden, waaronder jeugdigen en ouderen, de antisociale persoonlijkheidsstoornis, herstel en patiëntperspectief. Naast aandacht voor symptomatisch herstel komt er in de ggz meer en meer aandacht voor functioneel herstel, maatschappelijk herstel en persoonlijk herstel.
De MDR Persoonlijkheidsstoornissen is volgens de methodiek van evidence-based richtlijnontwikkeling (EBRO) (Burgers & Van Everdingen, 2004; Van Everdingen et al., 2004) ontwikkeld door de werkgroep MDR Persoonlijkheidsstoornissen, in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, methodologisch en organisatorisch ondersteund door het Trimbos-instituut.
Dit voorliggend hoofdstuk beschrijft conclusies en aanbevelingen voor het gebruik van vaktherapie. Een aantal mensen heeft gedurende dit werkproces feedback gegeven. Dank hiervoor aan Ellen Willemsen, Theo Ingenhoven, Piet Post, Rosi Reubsaet en Paul Ulrich.
In dit hoofdstuk ligt de focus niet specifiek op Schematherapie in combinatie met vaktherapie, maar op vaktherapie in brede zin. De combinatie met Schematherapie komt wel aan bod.