Na enige algemene opmerkingen over functie en betekenis van niet-woordelijk gedrag is de vraag beantwoord in hoeverre niet-woordelijk gedrag een communicatieve functie heeft. Er zijn drie belangrijke verschilpunten tussen verbale en non-verbale communicatie te onderscheiden: tijdsdimensie, abstractieniveau en mate van censuur. Met behulp van voorbeelden is duidelijk gemaakt dat lichaamstaal aangeeft hoe de gesproken taal moet worden opgevat. Als communicatievorm bleek niet-woordelijk gedrag macht, betrokkenheid en affectie tussen mensen uit te drukken. Er is op gewezen dat het toekennen van betekenis aan niet-woordelijk gedrag tot interpretatiefouten kan leiden. Non-verbaal gedrag kan een ongecensureerde bron van informatie zijn en een voorbeeldfunctie vervullen. Ook is aangegeven hoe men met tegenstrijdigheden in de communicatie kan omgaan.
Aspecten van non-verbaal gedrag die in de tandarts-patiëntrelatie een communicatieve functie vervullen zijn beschreven. Het uiterlijk van een patiënt geeft een indruk waarvan men zich tijdens het gesprek bewust dient te zijn. Gebaren die een patiënt op zichzelf richt hebben meestal te maken met gevoelens van de patiënt zelf. Gebaren gericht op een ander drukken in de regel ook gevoelens en attituden over de ander uit.
Gezichtsuitdrukkingen en ogen vertonen de meeste gedragslekken. Het gelaat kan zes basisgevoelens uitdrukken: verwondering, angst, woede, afkeer, droefheid en blijheid. Oogcontact heeft een feedbackfunctie, een doorspeelfunctie, een stimulerende functie en een evaluatieve functie. De mogelijke betekenissen van fysieke afstand, grensoverschrijding en zitpositie zijn beschreven.
Een aantal non-verbale aspecten van de stem is besproken. Aangegeven is dat emoties en denkprocessen in de stem tot uitdrukking komen.
Ingegaan is voorts op het belang om juist tijdens pauzes en stilten in een gesprek nauwlettend het non-verbale gedrag van de patiënt te volgen. De mogelijke betekenissen van zwijgen en het omgaan met stilten kwamen daarna aan de orde.
Ten slotte is aandacht besteed aan het interpreteren van non-verbaal gedrag in het algemeen, waarbij onderscheid is gemaakt tussen observeren en interpreteren.